Dutch

Detailed Translations for toevoegingen from Dutch to English

toevoegingen:


toevoeging:

toevoeging [de ~ (v)] noun

  1. de toevoeging (addendum; appendix; aanvulling; )
    the addition; the appendix; the addendum; the supplement; the affix; the appendage; the extra
  2. de toevoeging (bijvoeging; bijmenging)
    the addition; the additive; the extension
  3. de toevoeging (uitbreiding; toevoegsel)
    the addition
  4. de toevoeging (bijvoegsel)
    the extension; the addition to

Translation Matrix for toevoeging:

NounRelated TranslationsOther Translations
addendum aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel addendum
addition aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijmenging; bijvoeging; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel; uitbreiding aanbouw; aangroeiing; aanvoeging; aanwas; bijtelling; optelling; samentelling; som; uitbouw; vermeerdering
addition to bijvoegsel; toevoeging
additive bijmenging; bijvoeging; toevoeging aanvoeging
affix aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
appendage aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
appendix aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel aanvulling; additie; bijlage; blinde darm; meezending; toelichting
extension bijmenging; bijvoeging; bijvoegsel; toevoeging aanbouw; aanvoeging; aanvulling; aanzetsel; aanzetstuk; aanzetting; bestandsextensie; bijgebouw; dependance; doortrekking; expansie; extensie; groei; toename; uitbouw; uitbreiding; uitschuifblad; uittrekblad; uitzetting; vergroting
extra aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel figurant; figurante; toegift; voordeel
supplement aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel aanvulling; additie; bijlage; meezending; supplement; suppletie; toelichting
VerbRelated TranslationsOther Translations
affix bevestigen; ergens aan bevestigen; hechten; lijmen; opplakken; vasthechten; vastlijmen; vastmaken; vastnaaien; vastplakken; vastzetten
supplement supplementeren
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
extra aanvullend; extra; meer
ModifierRelated TranslationsOther Translations
extra extra; toegevoegd

Related Words for "toevoeging":


Wiktionary Translations for toevoeging:

toevoeging
noun
  1. thing added
  2. act of adding
  3. increase by addition

Cross Translation:
FromToVia
toevoeging addition AdditionMathematik: Zusammenzählung zweier Zahlen
toevoeging appendage; appendix; addition; adjunct; supplement; accessory; side-issue; appurtenance appendice — Ce qui semble appendre, ajouter à une autre chose. On trouve plus rarement son synonyme : appendage.