Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ternauwernood:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ternauwernood from Dutch to English

ternauwernood:

ternauwernood adv

  1. ternauwernood (rakelings)
  2. ternauwernood (amper; nauwelijks; haast geen; bijna geen)

Translation Matrix for ternauwernood:

VerbRelated TranslationsOther Translations
close afsluiten; dichtdoen; dichten; dichtgaan; dichtmaken; dichtstoppen; dichtvallen; sluiten; stoppen; toedoen; toedraaien; toemaken; toetrekken; toevallen; zich sluiten
AdverbRelated TranslationsOther Translations
barely amper; bijna geen; haast geen; nauwelijks; ternauwernood
close dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
closely rakelings; ternauwernood met een scherp oog; nauwlettend
hardly amper; bijna geen; haast geen; nauwelijks; ternauwernood
narrowly rakelings; ternauwernood eng; krap; met weinig ruimte; nauw
scarcely amper; bijna geen; haast geen; nauwelijks; ternauwernood
ModifierRelated TranslationsOther Translations
close rakelings; ternauwernood bedompt; benauwd; drukkend; effen; egaal; eindig; gehecht; gelijk; geslepen; glad; muf; plat; strak; vergankelijk; verknocht; vlak; vlakuit; voorbijgaand
just rakelings; ternauwernood alleen maar; braaf; daarnet; eenvoudigweg; eerlijk; enkel; juist; kortweg; krek; net; net aan; nog maar; nog maar pas; pas; precies; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; slechts; zojuist; zonet

Wiktionary Translations for ternauwernood:

ternauwernood
adverb
  1. bijna niet, op het nippertje