German

Detailed Translations for pennen from German to Dutch

pennen:

pennen verb (penne, pennst, pennt, pennte, penntet, gepennt)

  1. pennen (entkernen)
    pitten; ontpitten
    • pitten verb (pit, pitte, pitten, gepit)
    • ontpitten verb (ontpit, ontpitte, ontpitten, ontpit)

Conjugations for pennen:

Präsens
  1. penne
  2. pennst
  3. pennt
  4. pennen
  5. pennt
  6. pennen
Imperfekt
  1. pennte
  2. penntest
  3. pennte
  4. pennten
  5. penntet
  6. pennten
Perfekt
  1. habe gepennt
  2. hast gepennt
  3. hat gepennt
  4. haben gepennt
  5. habt gepennt
  6. haben gepennt
1. Konjunktiv [1]
  1. penne
  2. pennest
  3. penne
  4. pennen
  5. pennet
  6. pennen
2. Konjunktiv
  1. pennte
  2. penntest
  3. pennte
  4. pennten
  5. penntet
  6. pennten
Futur 1
  1. werde pennen
  2. wirst pennen
  3. wird pennen
  4. werden pennen
  5. werdet pennen
  6. werden pennen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde pennen
  2. würdest pennen
  3. würde pennen
  4. würden pennen
  5. würdet pennen
  6. würden pennen
Diverses
  1. penn!
  2. pennt!
  3. pennen Sie!
  4. gepennt
  5. pennend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for pennen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ontpitten entkernen; pennen
pitten entkernen; pennen schlafen; schlummern

Synonyms for "pennen":


Wiktionary Translations for pennen:

pennen
verb
  1. (umgangssprachlich) schlafen
  2. (umgangssprachlich) übertragen: nicht aufpassen, unaufmerksam sein



Dutch

Detailed Translations for pennen from Dutch to German

pennen:

pennen verb (pen, pent, pende, penden, gepend)

  1. pennen (schrijven; kalken)
    schreiben; korrespondieren
    • schreiben verb (schreibe, schreibst, schreibt, schrieb, geschrieben)
    • korrespondieren verb (korrespondiere, korrespondierst, korrespondiert, korrespondierte, korrespondiertet, korrespondiert)

Conjugations for pennen:

o.t.t.
  1. pen
  2. pent
  3. pent
  4. pennen
  5. pennen
  6. pennen
o.v.t.
  1. pende
  2. pende
  3. pende
  4. penden
  5. penden
  6. penden
v.t.t.
  1. heb gepend
  2. hebt gepend
  3. heeft gepend
  4. hebben gepend
  5. hebben gepend
  6. hebben gepend
v.v.t.
  1. had gepend
  2. had gepend
  3. had gepend
  4. hadden gepend
  5. hadden gepend
  6. hadden gepend
o.t.t.t.
  1. zal pennen
  2. zult pennen
  3. zal pennen
  4. zullen pennen
  5. zullen pennen
  6. zullen pennen
o.v.t.t.
  1. zou pennen
  2. zou pennen
  3. zou pennen
  4. zouden pennen
  5. zouden pennen
  6. zouden pennen
diversen
  1. pen!
  2. pent!
  3. gepend
  4. pennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for pennen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
korrespondieren kalken; pennen; schrijven corresponderen; een briefwisseling hebben; overeenkomen; overeenstemmen; schrijven; stroken
schreiben kalken; pennen; schrijven corresponderen; een briefwisseling hebben; op papier zetten; schrijven

Related Words for "pennen":


pen:

pen [de ~] noun

  1. de pen (ballpoint; balpen)
    – voorwerp om met inkt te schrijven 1
    der Kugelschreiber; der Kuli; der Stift
  2. de pen (pin; klem)
    der Stift; der Bolz; der Zapfen; der Keil; der Nagel; der Griffel; die Nadel; der Spieß; der Pflock; der Flaum; die Feder
  3. de pen (schrijfstift)
    Bleistift; Schreibestift
  4. de pen (vulpen)
    der Füller; der Füllfederhalter; die Füllfeder

Translation Matrix for pen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bleistift pen; schrijfstift potlood
Bolz klem; pen; pin bout; moerbout
Feder klem; pen; pin pluim; veer
Flaum klem; pen; pin dons; nesthaar
Füller pen; vulpen
Füllfeder pen; vulpen
Füllfederhalter pen; vulpen kroontjespen
Griffel klem; pen; pin griffel; grift; schrijfstift
Keil klem; pen; pin borgmoer; keg; keil; spie; wig
Kugelschreiber ballpoint; balpen; pen
Kuli ballpoint; balpen; pen koelie
Nadel klem; pen; pin gedenknaald; grafnaald; hechtnaald; naald; obelisk; pin; speld
Nagel klem; pen; pin klinknagel; nagel; spijker
Pflock klem; pen; pin haring; pin; tentharing
Schreibestift pen; schrijfstift
Spieß klem; pen; pin lans; speer; spit
Stift ballpoint; balpen; klem; pen; pin benjamin; bisdom; griffel; grift; jongste; laatstgeborene; schrijfstift; seminarie; sticht; viltpen; viltstift
Zapfen klem; pen; pin conus; ijspegel
- balpen
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Bleistift lijnpotlood; natuurlijke pen

Related Words for "pen":


Synonyms for "pen":


Related Definitions for "pen":

  1. smalle harde draad om mee te breien1
    • ik heb twee pennen gebreid1
  2. voorwerp om met inkt te schrijven1
    • deze pen schrijft erg mooi1
  3. houten of metalen stift waarmee je iets vastzet1
    • de nieuwe heup is met een pen vastgezet1

Wiktionary Translations for pen:

pen
noun
  1. instrument om met inkt te schrijven of te tekenen
  2. dat gedeelte van een vulpen waarmee de inkt over het papier verdeeld wordt
  3. lange, stevige veer van vogels
  4. dunne staaf om in of door iets te steken

Cross Translation:
FromToVia
pen Kugelschreiber; Stift; Federhalter; Füllhalter pen — writing tool
pen Endstück about — constr|fr extrémité par laquelle une pièce de charpente, de menuiserie ou de métal est assemblée avec une autre.