Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Kordel:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Kordel from German to Dutch

Kordel:

Kordel [das ~] noun

  1. Kordel (Schnur; Faden; Leine; Bindfaden; Garn)
    de koord

Kordel [die ~] noun

  1. die Kordel (Haarschleife; Haarbänder; Schnur; Schleife)
    het lint; het haarlint; de haarband

Translation Matrix for Kordel:

NounRelated TranslationsOther Translations
haarband Haarbänder; Haarschleife; Kordel; Schleife; Schnur
haarlint Haarbänder; Haarschleife; Kordel; Schleife; Schnur
koord Bindfaden; Faden; Garn; Kordel; Leine; Schnur
lint Haarbänder; Haarschleife; Kordel; Schleife; Schnur Abgrenzungsseile; Menüband

Wiktionary Translations for Kordel:


Cross Translation:
FromToVia
Kordel zeel; koord; touw cord — length of twisted strands