Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Zeuge:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Zeuge from German to Dutch

Zeuge:

Zeuge [der ~] noun

  1. der Zeuge
  2. der Zeuge (Umstehender; Zuschauer)
    de getuige; de toeschouwer; de omstander

Translation Matrix for Zeuge:

NounRelated TranslationsOther Translations
getuige Umstehender; Zeuge; Zuschauer
getuige voor de rechtbank Zeuge
omstander Umstehender; Zeuge; Zuschauer
toeschouwer Umstehender; Zeuge; Zuschauer Beobachter; Publikumsmitglied; Zuschauer; Zuschauer im Publikum

Synonyms for "Zeuge":


Wiktionary Translations for Zeuge:

Zeuge
noun
  1. iemand die een gebeurtenis heeft meegemaak of op andere wijze, veelal onder ede, een verklaring kan geven ten aanzien van de ware toedracht van een zaak

Cross Translation:
FromToVia
Zeuge getuige witness — one who has a personal knowledge of something
Zeuge getuige witness — someone called to give evidence in a court
Zeuge getuige; ooggetuige témoin — Celui qui certifier, qui peut certifier une chose qu’il voir ou entendre.

Related Translations for Zeuge