Translate Zirkel from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Zirkel:
- cirkel; kring; rondje; passer; rondtes; krans; kransje; kralenkrans
Wiktionary:
- Zirkel → groep, kring, passer

German

Detailed Translations for Zirkel from German to Dutch

der Zirkel (Kreis; Ring; Rundgang; Erfahrung; Zyklus; Erkundungsgänge; Kettenring; Verkehr; Erkundungsgang)
de cirkel; de kring; het rondje
- cirkel [de ~ (m)] noun
- kring [de ~ (m)] noun
- rondje [het ~] noun
der Zirkel
de passer
- passer [de ~ (m)] noun
der Zirkel (Runden)
de rondtes
- rondtes [de ~] noun, plural
der Zirkel (Kopfschmuck; Kranz; Kreis; Ring; Kränzchen)
de krans; het kransje; kralenkrans
- krans [de ~ (m)] noun
- kransje [het ~] noun
- kralenkrans [znw.] noun

Noun	Related Translations	Other Translations
cirkel	Erfahrung; Erkundungsgang; Erkundungsgänge; Kettenring; Kreis; Ring; Rundgang; Verkehr; Zirkel; Zyklus	Einigung; Klub; Kreis; Ring; Stammtisch; Verein
kralenkrans	Kopfschmuck; Kranz; Kreis; Kränzchen; Ring; Zirkel
krans	Kopfschmuck; Kranz; Kreis; Kränzchen; Ring; Zirkel
kransje	Kopfschmuck; Kranz; Kreis; Kränzchen; Ring; Zirkel
kring	Erfahrung; Erkundungsgang; Erkundungsgänge; Kettenring; Kreis; Ring; Rundgang; Verkehr; Zirkel; Zyklus	Einigung; Gebiet; Klub; Kreis; Kreisform; Kringel; Ring; Runde; Stammtisch; Verein
passer	Zirkel
rondje	Erfahrung; Erkundungsgang; Erkundungsgänge; Kettenring; Kreis; Ring; Rundgang; Verkehr; Zirkel; Zyklus	Partie; Runde; Rundgang; Spiel; Spielchen; Tour; seine Runde machen
rondtes	Runden; Zirkel

Cross Translation:

From	To	Via
• Zirkel	→ groep; kring	↔ circle — group of persons
• Zirkel	→ passer	↔ pair of compasses — tool used to draw circles