Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. etwas bekommen:


German

Detailed Translations for etwas bekommen from German to Dutch

etwas bekommen:

etwas bekommen verb

  1. etwas bekommen (greifen; abfangen; fesseln; )
    buitmaken; vangen
    • buitmaken verb (maak buit, maakt buit, maakte buit, maakten buit, buitgemaakt)
    • vangen verb (vang, vangt, ving, vingen, gevangen)

Translation Matrix for etwas bekommen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
buitmaken abfangen; bestricken; etwas bekommen; fesseln; grabbeln; greifen; hervorholen
vangen abfangen; bestricken; etwas bekommen; fesseln; grabbeln; greifen; hervorholen abfangen; eingreifen; einpacken; erfassen; ergreifen; erhaschen; erwischen; fangen; fassen; festnehmen; greifen; kriegen; packen; verhaften; verwickeln; überlisten

Related Translations for etwas bekommen