German

Detailed Translations for vorstellen from German to Dutch

vorstellen:

vorstellen verb (stelle vor, stellst vor, stellt vor, stellte vor, stelltet vor, vorgestellt)

  1. vorstellen (darbieten; präsentieren; vorzeigen; )
    tonen; voorleggen; presenteren; laten zien; offreren; aanbieden
    • tonen verb (toon, toont, toonde, toonden, getoond)
    • voorleggen verb (leg voor, legt voor, legde voor, legden voor, voorgelegd)
    • presenteren verb (presenteer, presenteert, presenteerde, presenteerden, gepresenteerd)
    • laten zien verb (laat zien, liet zien, lieten zien, laten zien)
    • offreren verb (offreer, offreert, offreerde, offreerden, geoffreerd)
    • aanbieden verb (bied aan, biedt aan, bood aan, boden aan, aangeboden)
  2. vorstellen (einführen; einleiten; hinführen; hereinführen)
    openen; inleiden
    • openen verb (open, opent, opende, openden, geopend)
    • inleiden verb (leid in, leidt in, leidde in, leidden in, ingeleid)
  3. vorstellen
    tentoonstellen
    • tentoonstellen verb (stel tentoon, stelt tentoon, stelde tentoon, stelden tentoon, tentoongesteld)

Conjugations for vorstellen:

Präsens
  1. stelle vor
  2. stellst vor
  3. stellt vor
  4. stellen vor
  5. stellt vor
  6. stellen vor
Imperfekt
  1. stellte vor
  2. stelltest vor
  3. stellte vor
  4. stellten vor
  5. stelltet vor
  6. stellten vor
Perfekt
  1. habe vorgestellt
  2. hast vorgestellt
  3. hat vorgestellt
  4. haben vorgestellt
  5. habt vorgestellt
  6. haben vorgestellt
1. Konjunktiv [1]
  1. stelle vor
  2. stellest vor
  3. stelle vor
  4. stellen vor
  5. stellet vor
  6. stellen vor
2. Konjunktiv
  1. stellte vor
  2. stelltest vor
  3. stellte vor
  4. stellten vor
  5. stelltet vor
  6. stellten vor
Futur 1
  1. werde vorstellen
  2. wirst vorstellen
  3. wird vorstellen
  4. werden vorstellen
  5. werdet vorstellen
  6. werden vorstellen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde vorstellen
  2. würdest vorstellen
  3. würde vorstellen
  4. würden vorstellen
  5. würdet vorstellen
  6. würden vorstellen
Diverses
  1. stell vor!
  2. stellt vor!
  3. stellen Sie vor!
  4. vorgestellt
  5. vorstellend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for vorstellen:

NounRelated TranslationsOther Translations
laten zien Demonstrieren; Vorführen
tonen Vormachen; Zeigen
VerbRelated TranslationsOther Translations
aanbieden anbieten; darbieten; feilbieten; präsentieren; vorführen; vorstellen; vorzeigen; zeigen anbieten; bieten; darbieten; einreichen; offerieren; präsentieren; reichen; vorlegen
inleiden einführen; einleiten; hereinführen; hinführen; vorstellen
laten zien anbieten; darbieten; feilbieten; präsentieren; vorführen; vorstellen; vorzeigen; zeigen aufweisen; belegen; beweisen; darbieten; erweisen; hervor holen; hervor ziehen; hervorbringen; nachweisen; präsentieren; sehen lassen; vorweisen; vorzeigen; zeigen; zeugen von; zum Vorschein bringen
offreren anbieten; darbieten; feilbieten; präsentieren; vorführen; vorstellen; vorzeigen; zeigen anbieten; offerieren; präsentieren
openen einführen; einleiten; hereinführen; hinführen; vorstellen Gespräch anknöpfen; Zur Sprache bringen; anschneiden; aufdrehen; aufmachen; aufschlagen; aufschließen; aufschrauben; aufwerfen; ausbauen; ausbreiten; ausdehnen; ausweiten; entriegeln; erweitern; expandieren; freigeben; losdrehen; losschrauben; vergrößern; veröffentlichen; öffnen
presenteren anbieten; darbieten; feilbieten; präsentieren; vorführen; vorstellen; vorzeigen; zeigen anbieten; aufweisen; belegen; beweisen; darbieten; erweisen; nachweisen; offerieren; präsentieren; sehen lassen; vorweisen; vorzeigen; zeigen
tentoonstellen vorstellen aushängen; ausstellen; darbieten; darstellen; präsentieren; vorführen; vorweisen; vorzeigen; zeigen; zur Schau stellen
tonen anbieten; darbieten; feilbieten; präsentieren; vorführen; vorstellen; vorzeigen; zeigen aufweisen; aushängen; ausstellen; belegen; beweisen; darbieten; darstellen; erweisen; nachweisen; präsentieren; sehen lassen; vorführen; vorweisen; vorzeigen; zeigen; zur Schau stellen
voorleggen anbieten; darbieten; feilbieten; präsentieren; vorführen; vorstellen; vorzeigen; zeigen unterbreiten; vorlegen; vorsetzen; vorweisen

Synonyms for "vorstellen":


Wiktionary Translations for vorstellen:

vorstellen
verb
  1. -
vorstellen
verb
  1. van het hulsel ontdoen

Cross Translation:
FromToVia
vorstellen inbeelden; verbeelden; voorstellen imagine — (transitive) to form a mental image of something
vorstellen voorstellen; introduceren introduce — to cause someone to be acquainted
vorstellen voorstellen introduce — to and make something or someone known by formal announcement or recommendation
vorstellen indienen; presenteren; vertonen; voorstellen; aanbieden; spelen présenter — Traductions à trier suivant le sens
vorstellen vertegenwoordigen; staan voor; beschrijven; spelen; uitvoeren; voorspelen; betuigen; opperen; uitdrukken; uiten; uitspreken; verwoorden; zetten représenterprésenter de nouveau.

Related Translations for vorstellen