Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. demoralise:


English

Detailed Translations for demoralise from English to Dutch

demoralise:

to demoralise verb, British

  1. to demoralise (demoralize)
    demoraliseren
    • demoraliseren verb (demoraliseer, demoraliseert, demoraliseerde, demoraliseerden, gedemoraliseerd)
  2. to demoralise (discourage; demoralize; dishearten; dispirit)
    moedeloos maken
    • moedeloos maken verb (maak moedeloos, maakt moedeloos, maakte moedeloos, maakten moedeloos, moedeloos gemaakt)
  3. to demoralise (discourage; demoralize)
    ontmoedigen
    • ontmoedigen verb (ontmoedig, ontmoedigt, ontmoedigde, ontmoedigden, ontmoedigd)

Translation Matrix for demoralise:

VerbRelated TranslationsOther Translations
demoraliseren demoralise; demoralize
moedeloos maken demoralise; demoralize; discourage; dishearten; dispirit
ontmoedigen demoralise; demoralize; discourage
- cast down; deject; demoralize; depress; dismay; dispirit; get down
OtherRelated TranslationsOther Translations
- demoralize

Synonyms for "demoralise":


Antonyms for "demoralise":

  • elate

Related Definitions for "demoralise":

  1. lower someone's spirits; make downhearted1