Summary


English

Detailed Translations for divulge something from English to Dutch

divulge something:

divulge something verb

  1. divulge something (make something public)
    bekend maken; afkondigen; bekendmaken; openbaar maken; aflezen; afroepen; oplezen
    • afkondigen verb (kondig af, kondigt af, kondigde af, kondigden af, afgekondigd)
    • bekendmaken verb (maak bekend, maakt bekend, maakte bekend, maakten bekend, bekendgemaakt)
    • openbaar maken verb (maak openbaar, maakt openbaar, maakte openbaar, maakten openbaar, openbaar gemaakt)
    • aflezen verb (lees af, leest af, las af, lazen af, afgelezen)
    • afroepen verb (roep af, roept af, riep af, riepen af, afgeroepen)
    • oplezen verb (lees op, leest op, las op, lazen op, opgelezen)

Translation Matrix for divulge something:

NounRelated TranslationsOther Translations
aflezen reading out
bekendmaken announcing; giving notice of; proclaiming
oplezen reading out
VerbRelated TranslationsOther Translations
afkondigen divulge something; make something public announce; call; declare; decree; expound; give notice of; ordain; order; proclaim; state; to declare; to decree; to ordain
aflezen divulge something; make something public read out
afroepen divulge something; make something public declare names; proclaim
bekend maken divulge something; make something public
bekendmaken divulge something; make something public announce; declare; expound; proclaim; state
openbaar maken divulge something; make something public
oplezen divulge something; make something public

Related Translations for divulge something