Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Translate stiffening

Translate stiffening from English to Dutch

Summary

English to Dutch: more detail...

stiffening:
- verstijving
stiffen:
- verstijven; verstarren; verstenen; stijven; stijf maken
Wiktionary:
- stiffen → verstijven
- stiffen → nauwer aanhalen, opwinden, spannen, strekken, uitrekken

English

Detailed Translations for stiffening from English to Dutch

stiffening:

stiffening [the ~] noun

the stiffening (rigor mortis; numbness)
de verstijving
- verstijving [de ~ (v)] noun

Translation Matrix for stiffening:

Noun	Related Translations	Other Translations
verstijving	numbness; rigor mortis; stiffening
-	rigidification; rigidifying

Related Words for "stiffening":

stiffen

Synonyms for "stiffening":

procedure; process
rigidifying; rigidification; natural process; natural action; action; activity

Related Definitions for "stiffening":

the act of becoming stiff¹
- stiffening his shoulders, he prepared to advance¹
the process of becoming stiff or rigid¹

stiffen:

stiffen verb

stiffen
verstijven; verstarren; verstenen
- verstijven verb (verstijf, verstijft, verstijfde, verstijfden, verstijfd)
- verstarren verb (verstar, verstart, verstarde, verstarden, verstard)
- verstenen verb (versteen, versteent, versteende, versteenden, versteend)
stiffen (starch)
stijven; stijf maken
- stijven verb (stijf, stijft, steef, steven, gesteven)
- stijf maken verb (maak stijf, maakt stijf, maakte stijf, maakten stijf, stijf gemaakt)

Translation Matrix for stiffen:

Verb	Related Translations	Other Translations
stijf maken	starch; stiffen
stijven	starch; stiffen
verstarren	stiffen
verstenen	stiffen	petrify
verstijven	stiffen	be caught by horror; shiver; shudder
-	constrain; tighten; tighten up

Related Words for "stiffen":

stiffening, stiff

Synonyms for "stiffen":

change
alter; modify
tighten; tighten up; constrain; restrict; restrain; trammel; limit; bound; confine; throttle

Antonyms for "stiffen":

loosen

Related Definitions for "stiffen":

make stiff or stiffer¹
become stiff or stiffer¹
- He stiffened when he saw his boss enter the room¹
restrict¹
- stiffen the regulations¹

Wiktionary Translations for stiffen:

stiffen

verb

stijf worden
- verstijven → stiffen; petrify

Cross Translation:

From	To	Via
• stiffen	→ nauwer aanhalen; opwinden; spannen; strekken; uitrekken	↔ raidir — tendre ou étendre avec force ; rendre raide.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University