French

Detailed Translations for faire briller from French to Dutch

faire briller:

faire briller verb

  1. faire briller (astiquer; frotter; cirer)
    wrijven; poetsen; oppoetsen; opblinken; opwrijven
    • wrijven verb (wrijf, wrijft, wreef, wreven, gewreven)
    • poetsen verb (poets, poetst, poetste, poetsten, gepoetst)
    • oppoetsen verb (poets op, poetst op, poetste op, poetsten op, opgepoetst)
    • opblinken verb (blink op, blinkt op, blonk op, blonken op, opgeblonken)
    • opwrijven verb (wrijf op, wrijft op, wreef op, wreven op, opgewreven)
  2. faire briller (frotter; décrasser; frotter de; )
    boenen; schrobben; schoonboenen; afschrobben; afboenen; schoonschrobben
    • boenen verb (boen, boent, boende, boenden, geboend)
    • schrobben verb (schrob, schrobt, schrobde, schrobden, geschrobd)
    • afschrobben verb (schrob af, schrobt af, schrobde af, schrobden af, afgeschrobd)
    • afboenen verb
    • schoonschrobben verb (schrob schoon, schrobt schoon, schrobde schoon, schrobden schoon, schoongeschrobd)
  3. faire briller (polir; frotter; aplanir; planer; astiquer)
    gladmaken; gladwrijven
    • gladmaken verb (maak glad, maakt glad, maakte glad, maakten glad, gladgemaakt)
    • gladwrijven verb (wrijf glad, wrijft glad, wreef glad, wreven glad, gladgewreven)

Translation Matrix for faire briller:

NounRelated TranslationsOther Translations
boenen frottement; lavage; lavage par frottement
schrobben frottement; lavage le plancher; ménage; nettoyage
VerbRelated TranslationsOther Translations
afboenen astiquer; cirer; décrasser; essuyer; faire briller; frotter; frotter de; laver; laver à grande eau; nettoyer
afschrobben astiquer; cirer; décrasser; essuyer; faire briller; frotter; frotter de; laver; laver à grande eau; nettoyer
boenen astiquer; cirer; décrasser; essuyer; faire briller; frotter; frotter de; laver; laver à grande eau; nettoyer
gladmaken aplanir; astiquer; faire briller; frotter; planer; polir aplanir; défroisser; lisser; niveler; polir; rendre lisse; égaliser
gladwrijven aplanir; astiquer; faire briller; frotter; planer; polir
opblinken astiquer; cirer; faire briller; frotter
oppoetsen astiquer; cirer; faire briller; frotter
opwrijven astiquer; cirer; faire briller; frotter
poetsen astiquer; cirer; faire briller; frotter
schoonboenen astiquer; cirer; décrasser; essuyer; faire briller; frotter; frotter de; laver; laver à grande eau; nettoyer
schoonschrobben astiquer; cirer; décrasser; essuyer; faire briller; frotter; frotter de; laver; laver à grande eau; nettoyer
schrobben astiquer; cirer; décrasser; essuyer; faire briller; frotter; frotter de; laver; laver à grande eau; nettoyer
wrijven astiquer; cirer; faire briller; frotter

Related Translations for faire briller