Summary
French to Dutch:   more detail...
  1. piaulement:


French

Detailed Translations for piaulement from French to Dutch

piaulement:

piaulement [le ~] noun

  1. le piaulement
    het gepiep; het getjilp
  2. le piaulement
    het getjilp
  3. le piaulement (rugissement; bruit; fracas; )
    het gebrul; het geschreeuw; het gebulder; het gekrijs

Translation Matrix for piaulement:

NounRelated TranslationsOther Translations
gebrul beuglement; braillement; bruit; criailleries; fracas; hurlement; hurlements; mugissement; piaulement; rugissement; tumulte; vacarme criailleries; grondement; hurlement; hurlements; meuglement; mugissement; roulement; rugissement; tonnerre
gebulder beuglement; braillement; bruit; criailleries; fracas; hurlement; hurlements; mugissement; piaulement; rugissement; tumulte; vacarme criailleries; grondement; hurlement; hurlements; meuglement; mugissement; roulement; rugissement; tonnerre
gekrijs beuglement; braillement; bruit; criailleries; fracas; hurlement; hurlements; mugissement; piaulement; rugissement; tumulte; vacarme clameur; criaillement; criailleries; cris; cris perçants; cris stridents
gepiep piaulement
geschreeuw beuglement; braillement; bruit; criailleries; fracas; hurlement; hurlements; mugissement; piaulement; rugissement; tumulte; vacarme appel; clameur; cri; criaillement; criailleries; cris; cris percants; cris perçants; cris stridents; glapissements
getjilp piaulement gazouillement

Synonyms for "piaulement":