French

Detailed Translations for s'égarer from French to Dutch

s'égarer:

s'égarer verb

  1. s'égarer (déambuler; errer; vaguer)
    dwalen
    • dwalen verb (dwaal, dwaalt, dwaalde, dwaalden, gedwaald)
  2. s'égarer (somnoler; sommeiller; rêvasser)
    gedachteloos zijn; suffen
  3. s'égarer (perdre la piste; se fourvoyer)
    het spoor bijster raken; ontsporen
    • het spoor bijster raken verb (raak het spoor bijster, raakt het spoor bijster, raakte het spoor bijster, raakten het spoor bijster, het spoor bijster geraakt)
    • ontsporen verb (ontspoor, ontspoort, ontspoorde, ontspoorden, ontspoord)
  4. s'égarer (disparaître; se perdre)
    teloorgaan
    • teloorgaan verb (ga teloor, gaat teloor, ging teloor, gingen teloor, teloorgegaan)
  5. s'égarer (être perdu; traîner; se tromper; )
  6. s'égarer (perdre la route; se perdre; dérailler; aller de travers)
    verdwalen; verkeerd gaan; verkeerd lopen; de weg kwijtraken
    • verdwalen verb (verdwaal, verdwaalt, verdwaalde, verdwaalden, verdwaald)
    • verkeerd lopen verb (loop verkeerd, loopt verkeerd, liep verkeerd, liepen verkeerd, verkeerd gelopen)
    • de weg kwijtraken verb (raak de weg kwijt, raakt de weg kwijt, raakte de weg kwijt, raakten de weg kwijt, de weg kwijtgeraakt)
  7. s'égarer (perdre; se perdre; manquer)
    verliezen; kwijtraken; wegraken; erbij inschieten; verloren gaan
    • verliezen verb (verlies, verliest, verloor, verloren, verloren)
    • kwijtraken verb (raak kwijt, raakt kwijt, raakte kwijt, raakten kwijt, kwijt geraakt)
    • wegraken verb (raak weg, raakt weg, raakte weg, raakten weg, weggeraakt)
    • verloren gaan verb (ga verloren, gaat verloren, ging verloren, gingen verloren, verloren gegaan)
  8. s'égarer (se perdre; être perdu)
    verloren gaan
    • verloren gaan verb (ga verloren, gaat verloren, ging verloren, gingen verloren, verloren gegaan)
  9. s'égarer (perdre)

Translation Matrix for s'égarer:

NounRelated TranslationsOther Translations
gedachteloos zijn rêvasserie; état de hébétement
suffen rêvasserie; état de hébétement
verliezen dommages; pertes
VerbRelated TranslationsOther Translations
de weg kwijtraken aller de travers; dérailler; perdre la route; s'égarer; se perdre
dwalen déambuler; errer; s'égarer; vaguer
erbij inschieten manquer; perdre; s'égarer; se perdre
gedachteloos zijn rêvasser; s'égarer; sommeiller; somnoler
het spoor bijster raken perdre la piste; s'égarer; se fourvoyer
kwijtraken manquer; perdre; s'égarer; se perdre
ontsporen perdre la piste; s'égarer; se fourvoyer dérailler; perdre la route; se perdre
suffen rêvasser; s'égarer; sommeiller; somnoler
teloorgaan disparaître; s'égarer; se perdre
verdwaald zijn courir le monde; déambuler; errer; errer à l'aventure; flâner; fouiner; fureter; rôder; s'égarer; se fourvoyer; se tromper; traîner; vadrouiller; vagabonder; vaguer; être perdu
verdwalen aller de travers; dérailler; perdre la route; s'égarer; se perdre
verkeerd gaan aller de travers; dérailler; perdre la route; s'égarer; se perdre
verkeerd lopen aller de travers; dérailler; perdre la route; s'égarer; se perdre aller à côté; chuter; commettre une erreur; commettre une faute; faillir; faire une faute; manquer; ne pas réussir; périr; rater; rater son coup; rater son effet; réduire en bouilli; s'abîmer; se méprendre; se tromper; tourner mal; échouer; être un flop
verliezen manquer; perdre; s'égarer; se perdre perdre
verloren gaan manquer; perdre; s'égarer; se perdre; être perdu
wegraken manquer; perdre; s'égarer; se perdre s'évanouir
zoek raken perdre; s'égarer