Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Translate tracé

Translate tracé from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

tracé:
- ontwijken; mijden; mijding; omtrekkende beweging; ontlopen; trachten te ontkomen aan

French

Detailed Translations for tracé from French to Dutch

tracé:

tracé [le ~] noun

le tracé (tentative de s'échapper)
ontwijken; mijden; mijding; omtrekkende beweging; ontlopen; trachten te ontkomen aan
- ontwijken [znw.] noun
- mijden [znw.] noun
- mijding [znw.] noun
- omtrekkende beweging [znw.] noun
- ontlopen [znw.] noun
- trachten te ontkomen aan [znw.] noun

Translation Matrix for tracé:

Noun	Related Translations	Other Translations
mijden	tentative de s'échapper; tracé	fait d'éviter
mijding	tentative de s'échapper; tracé
omtrekkende beweging	tentative de s'échapper; tracé
ontlopen	tentative de s'échapper; tracé	fait d'éviter
ontwijken	tentative de s'échapper; tracé	fait d'éviter
trachten te ontkomen aan	tentative de s'échapper; tracé
Verb	Related Translations	Other Translations
mijden		échapper à; éviter
ontlopen		esquiver; fuir; échapper à; éluder; éviter
ontwijken		esquiver; fuir; échapper à; éluder; éviter
Not Specified	Related Translations	Other Translations
-	tracé vectoriel

Synonyms for "tracé":

aligné; rangé; arrangé; ordonné; enfilé; énuméré; fourni; présenté; graphique; courbe; dessin; diagramme; tableau; gravé; buriné; ciselé; incrusté; empreint; jalonné; borné; délimité; limité; repéré; jalonnement; bornage; délimitation; limite; repérage; silhouette; allure; aspect; contour; forme; galbe; ligne; port; profil; graphisme; plan

Related Translations for tracé