Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. catalogiseren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for catalogiseren from Dutch to German

catalogiseren:

catalogiseren verb (catalogiseer, catalogiseert, catalogiseerde, catalogiseerden, gecatalogiseerd)

  1. catalogiseren (organiseren; ordenen)

Conjugations for catalogiseren:

o.t.t.
  1. catalogiseer
  2. catalogiseert
  3. catalogiseert
  4. catalogiseren
  5. catalogiseren
  6. catalogiseren
o.v.t.
  1. catalogiseerde
  2. catalogiseerde
  3. catalogiseerde
  4. catalogiseerden
  5. catalogiseerden
  6. catalogiseerden
v.t.t.
  1. heb gecatalogiseerd
  2. hebt gecatalogiseerd
  3. heeft gecatalogiseerd
  4. hebben gecatalogiseerd
  5. hebben gecatalogiseerd
  6. hebben gecatalogiseerd
v.v.t.
  1. had gecatalogiseerd
  2. had gecatalogiseerd
  3. had gecatalogiseerd
  4. hadden gecatalogiseerd
  5. hadden gecatalogiseerd
  6. hadden gecatalogiseerd
o.t.t.t.
  1. zal catalogiseren
  2. zult catalogiseren
  3. zal catalogiseren
  4. zullen catalogiseren
  5. zullen catalogiseren
  6. zullen catalogiseren
o.v.t.t.
  1. zou catalogiseren
  2. zou catalogiseren
  3. zou catalogiseren
  4. zouden catalogiseren
  5. zouden catalogiseren
  6. zouden catalogiseren
en verder
  1. is gecatalogiseerd
  2. zijn gecatalogiseerd
diversen
  1. catalogiseer!
  2. catalogiseert!
  3. gecatalogiseerd
  4. catalogiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for catalogiseren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
katalogisieren catalogiseren; ordenen; organiseren

Wiktionary Translations for catalogiseren:

catalogiseren
verb
  1. in een register onderbrengen

Cross Translation:
FromToVia
catalogiseren katalogisieren catalogue — to put into a catalogue
catalogiseren katalogisieren catalogue — to make a catalogue of
catalogiseren katalogisieren catalogue — to add to an existing catalogue
catalogiseren Katalogisieren catalogage — néol|fr Action de cataloguer.