Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. halfjaarlijks:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for halfjaarlijkse from Dutch to German

halfjaarlijks:

halfjaarlijks adj

  1. halfjaarlijks (zesmaandelijks; twee keer per jaar)

Translation Matrix for halfjaarlijks:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
halbjährlich halfjaarlijks; twee keer per jaar; zesmaandelijks

Related Words for "halfjaarlijks":

  • halfjaarlijkse

Wiktionary Translations for halfjaarlijks:


Cross Translation:
FromToVia
halfjaarlijks halbjährlich biannual — occurring twice a year; semi-annual
halfjaarlijks halbjährlich half-yearly — twice a year
halfjaarlijks halbjährlich semiannual — half-yearly


Wiktionary Translations for halfjaarlijkse:


Cross Translation:
FromToVia
halfjaarlijkse halbjährlich semiannual — half-yearly

External Machine Translations: