Dutch

Detailed Translations for merkteken from Dutch to German

merkteken:

merkteken [het ~] noun

  1. het merkteken (onderscheidingsteken; kenteken)
    Ehrenzeichen; die Gestaltung; der Abzeichen; die Unterscheidung; die Einrichtung; die Auszeichnung; der Orden; die Dekoration; Erkennen; die Formgebung; die Einkleidung; Unterscheidungsmerkmal
  2. het merkteken (eigenschap; kenmerk; merk)
    Merkmal; Merkzeichen; Kennzeichen

Translation Matrix for merkteken:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abzeichen kenteken; merkteken; onderscheidingsteken badge; etiket; iemand kenmerken; insigne; kenmerk; kenteken; maken van onderscheid; nummerplaat; onderscheiding
Auszeichnung kenteken; merkteken; onderscheidingsteken maken van onderscheid; onderscheiding
Dekoration kenteken; merkteken; onderscheidingsteken aankleding; decoratie
Ehrenzeichen kenteken; merkteken; onderscheidingsteken
Einkleidung kenteken; merkteken; onderscheidingsteken
Einrichtung kenteken; merkteken; onderscheidingsteken aankleding; arrangement; decoratie; dolhuis; gekkenhuis; gesticht; indeling; inrichting; instantie; instelling; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; lichaam; opstelling; ordening; organisatie; psychiatrische inrichting; rangschikking; schikking; verpleging; versiering; verzorging; zorg
Erkennen kenteken; merkteken; onderscheidingsteken benul; besef; bewustzijn; brein; denkbeeld; inzicht; kijk; mening; notie; oordeel; opinie; opvatting; rede; verstand; visie; zienswijze
Formgebung kenteken; merkteken; onderscheidingsteken design; vormgeving
Gestaltung kenteken; merkteken; onderscheidingsteken conditie; design; formatie; invullen; invulling; opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; samenstelling taalkunde; structuur; systeem; vervulling; vorm; vormgeving
Kennzeichen eigenschap; kenmerk; merk; merkteken etiket; herkenningsteken; iemand kenmerken; karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kenteken; kwalititeit; markering; nummerplaat; vlag
Merkmal eigenschap; kenmerk; merk; merkteken etiket; herkenningsteken; iemand kenmerken; kenmerk; kenteken; nummerplaat
Merkzeichen eigenschap; kenmerk; merk; merkteken etiket; herkenningsteken; iemand kenmerken; kenmerk; kenteken; nummerplaat
Orden kenteken; merkteken; onderscheidingsteken decoratie; ereteken; medaille; onderscheiding; onderscheidingsteken; plak; ridderorde
Unterscheidung kenteken; merkteken; onderscheidingsteken
Unterscheidungsmerkmal kenteken; merkteken; onderscheidingsteken decoratie; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde

Related Words for "merkteken":

  • merktekenen, merktekens, merktekentje, merktekentjes