Dutch

Detailed Translations for aspiratie from Dutch to German

aspiratie:

aspiratie [de ~ (v)] noun

  1. de aspiratie (ambitie; streven)
    die Ambition; der Ehrgeiz; Streben; der Eifer; Bestreben; Bemühen
  2. de aspiratie (beogen; streven; pogen; )
    Anstreben; Beabsichtigen; die Anstrebung; Erstreben; Bezwecken

Translation Matrix for aspiratie:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ambition ambitie; aspiratie; streven ambitie; eerzucht
Anstreben aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
Anstrebung aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
Beabsichtigen aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
Bemühen ambitie; aspiratie; streven ambitie; eerzucht; inspanning; last; moeite; soesa
Bestreben ambitie; aspiratie; streven ambitie; eerzucht
Bezwecken aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
Ehrgeiz ambitie; aspiratie; streven ambitie; eerzucht
Eifer ambitie; aspiratie; streven activiteit; ambitie; arbeid; bedrijvigheid; bezigheid; eerzucht; felheid; gedrevenheid; genoegen; genot; heftigheid; hevigheid; ijver; ijverigheid; intensiteit; jool; kracht; leut; lust; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; plezier; pret; vlijt; vlijtigheid; voortvarendheid; werklust; werkzaamheid
Erstreben aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
Streben ambitie; aspiratie; streven ambitie; eerzucht

Related Words for "aspiratie":

  • aspiraties

Wiktionary Translations for aspiratie:


Cross Translation:
FromToVia
aspiratie Begehr; Lust; Wunsch; Glückwünsch; Streben; Bestrebung; Trachten; Bewerbung souhaitvœu, désir qu’une chose accomplir.