Summary


Dutch

Detailed Translations for bezwaar maken from Dutch to German

bezwaar maken:

bezwaar maken verb (maak bezwaar, maakt bezwaar, maakte bezwaar, maakten bezwaar, bezwaar gemaakt)

  1. bezwaar maken (bezwaar aantekenen; bezwaren)
    beschweren; sich beschweren; reklamieren; beauftragen; klagen; beanstanden
    • beschweren verb (beschwere, beschwerst, beschwert, beschwerte, beschwertet, beschwert)
    • sich beschweren verb (beschwere mich, beschwerst dich, beschwert sich, beschwerte sich, beschwertet euch, sich beschwert)
    • reklamieren verb (reklamiere, reklamierst, reklamiert, reklamierte, reklamiertet, reklamiert)
    • beauftragen verb (beuaftrage, beuaftragst, beuaftragt, beuaftragte, beuaftragtet, beauftragt)
    • klagen verb (klage, klagst, klagt, klagte, klagtet, geklagt)
    • beanstanden verb (beanstande, beanstandest, beanstandet, beanstandete, beanstandetet, beangestandet)

Conjugations for bezwaar maken:

o.t.t.
  1. maak bezwaar
  2. maakt bezwaar
  3. maakt bezwaar
  4. maken bezwaar
  5. maken bezwaar
  6. maken bezwaar
o.v.t.
  1. maakte bezwaar
  2. maakte bezwaar
  3. maakte bezwaar
  4. maakten bezwaar
  5. maakten bezwaar
  6. maakten bezwaar
v.t.t.
  1. heb bezwaar gemaakt
  2. hebt bezwaar gemaakt
  3. heeft bezwaar gemaakt
  4. hebben bezwaar gemaakt
  5. hebben bezwaar gemaakt
  6. hebben bezwaar gemaakt
v.v.t.
  1. had bezwaar gemaakt
  2. had bezwaar gemaakt
  3. had bezwaar gemaakt
  4. hadden bezwaar gemaakt
  5. hadden bezwaar gemaakt
  6. hadden bezwaar gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal bezwaar maken
  2. zult bezwaar maken
  3. zal bezwaar maken
  4. zullen bezwaar maken
  5. zullen bezwaar maken
  6. zullen bezwaar maken
o.v.t.t.
  1. zou bezwaar maken
  2. zou bezwaar maken
  3. zou bezwaar maken
  4. zouden bezwaar maken
  5. zouden bezwaar maken
  6. zouden bezwaar maken
diversen
  1. maak bezwaar!
  2. maakt bezwaar!
  3. bezwaar gemaakt
  4. bezwaar makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bezwaar maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
beanstanden bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren aanmerking maken; afkeuren; afkraken; bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; een klacht indienen; eisen; hekelen; katten; klagen; kraken; kritiseren; ongeschikt verklaren; praten over; reclameren; vitten; zeuren; zich beklagen; zijn beklag indienen
beauftragen bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren belasten; bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; omhoogbrengen; opdragen; rechtop zetten; verordenen; verordonneren
beschweren bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken
klagen bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren condoleren; een klacht indienen; eisen; etteren; griepen; jammeren; jeremiëren; klagen; klieren; medeleven betuigen; misnoegen uiten; over iets mopperen; reclameren; weeklagen; zeiken; zeuren; zich beklagen; zijn beklag indienen
reklamieren bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren een klacht indienen; eisen; klagen; reclameren; zeuren; zijn beklag indienen
sich beschweren bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren een klacht indienen; klagen; misnoegen uiten; over iets mopperen; zeuren; zich beklagen; zijn beklag indienen

Related Translations for bezwaar maken