Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. gemoedelijkheid:
  2. gemoedelijk:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gemoedelijkheid from Dutch to German

gemoedelijkheid:


gemoedelijk:

gemoedelijk adj

  1. gemoedelijk (joviaal)

Translation Matrix for gemoedelijk:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
gemütlich gemoedelijk; joviaal aangenaam; behaaglijk; comfortabel; confidentieel; fijn; gemakkelijk; genoeglijk; geriefelijk; ingetogen; knus; leuk; licht; lichtwegend; plezant; plezierig; prettig; sfeervol; stemmig; subtiel; vertrouwelijk
jovial gemoedelijk; joviaal amicaal; bedaard; clement; edel; edelmoedig; gelijkmoedig; genereus; goedgeefs; goedhartig; grootmoedig; groots; gul; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; mak; mild; nobel; onbewogen; royaal; ruimhartig; rustig; scheutig; sereen; vriendschappelijk; vrijgevig; welwillend; zacht; zachtaardig

Related Words for "gemoedelijk":

  • gemoedelijkheid, gemoedelijker, gemoedelijkere, gemoedelijkst, gemoedelijkste, gemoedelijke

Wiktionary Translations for gemoedelijk:


Cross Translation:
FromToVia
gemoedelijk fröhlich; jovial; heiter jovial — merry, cheerful