Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. golfstick:


Dutch

Detailed Translations for golfstick from Dutch to German

golfstick:

golfstick [znw.] noun

  1. golfstick (club)
    der Golfschläger
  2. golfstick (golfstok; club; golfclub)
    der Klub; der Golfklub; der Golfschläger

Translation Matrix for golfstick:

NounRelated TranslationsOther Translations
Golfklub club; golfclub; golfstick; golfstok
Golfschläger club; golfclub; golfstick; golfstok golfclubs; golfsticks; golfstokken
Klub club; golfclub; golfstick; golfstok ambachtsgilde; bond; broederschap; cirkel; club; coöperatie; genootschap; gezelschap; gilde; kring; orde; organisatie; samenwerkingsverband; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; vereniging

Related Words for "golfstick":