Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. haarband:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for haarband from Dutch to German

haarband:

haarband [de ~ (m)] noun

  1. de haarband (haarlint; lint)
    die Haarbänder; die Schnur; die Schleife; die Haarschleife; die Kordel

Translation Matrix for haarband:

NounRelated TranslationsOther Translations
Haarbänder haarband; haarlint; lint
Haarschleife haarband; haarlint; lint
Kordel haarband; haarlint; lint koord
Schleife haarband; haarlint; lint buiging; draaiing; lus; ophanglus
Schnur haarband; haarlint; lint bandje; gezichtsrimpel; koord; koordje; rimpel; scheerlijn; touwtje

Related Words for "haarband":

  • haarbanden

Wiktionary Translations for haarband:

haarband
noun
  1. sierband die in het haar gedragen wordt

Cross Translation:
FromToVia
haarband Stirnband serre-têteruban, bandeau, bonnet ou demi-cercle rigide qui serrer la tête afin de retenir les cheveux.