Summary


Dutch

Detailed Translations for in orde maken from Dutch to German

in orde maken:

in orde maken verb (maak in orde, maakt in orde, maakte in orde, maakten in orde, in orde gemaakt)

  1. in orde maken (klaren; regelen; afdoen)
    klären; in Ordnung bringen
  2. in orde maken (herstellen; in orde brengen)
    wiederherstellen; in Ordnung bringen; instandsetzen; reparieren

Conjugations for in orde maken:

o.t.t.
  1. maak in orde
  2. maakt in orde
  3. maakt in orde
  4. maken in orde
  5. maken in orde
  6. maken in orde
o.v.t.
  1. maakte in orde
  2. maakte in orde
  3. maakte in orde
  4. maakten in orde
  5. maakten in orde
  6. maakten in orde
v.t.t.
  1. heb in orde gemaakt
  2. hebt in orde gemaakt
  3. heeft in orde gemaakt
  4. hebben in orde gemaakt
  5. hebben in orde gemaakt
  6. hebben in orde gemaakt
v.v.t.
  1. had in orde gemaakt
  2. had in orde gemaakt
  3. had in orde gemaakt
  4. hadden in orde gemaakt
  5. hadden in orde gemaakt
  6. hadden in orde gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal in orde maken
  2. zult in orde maken
  3. zal in orde maken
  4. zullen in orde maken
  5. zullen in orde maken
  6. zullen in orde maken
o.v.t.t.
  1. zou in orde maken
  2. zou in orde maken
  3. zou in orde maken
  4. zouden in orde maken
  5. zouden in orde maken
  6. zouden in orde maken
en verder
  1. is in orde gemaakt
  2. zijn in orde gemaakt
diversen
  1. maak in orde!
  2. maakt in orde!
  3. in orde gemaakt
  4. in orde makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for in orde maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
in Ordnung bringen afdoen; herstellen; in orde brengen; in orde maken; klaren; regelen
instandsetzen herstellen; in orde brengen; in orde maken
klären afdoen; in orde maken; klaren; regelen accentueren; belichten; in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; kuisen; louteren; nader verklaren; ophelderen; opklaren; reinigen; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken; verhelderen; verklaren; wolken verdwijnen
reparieren herstellen; in orde brengen; in orde maken fiksen; goedmaken; herstellen; maken; rechtzetten; repareren; reviseren; vernieuwen; verstellen
wiederherstellen herstellen; in orde brengen; in orde maken fiksen; goedmaken; hernieuwen; herstellen; maken; rechtzetten; renoveren; repareren; terugkeren; terugzetten; verbeteren; vernieuwen; verstellen

Related Translations for in orde maken