Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. inwikkelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for inwikkelen from Dutch to German

inwikkelen:

inwikkelen verb (wikkel in, wikkelt in, wikkelde in, wikkelden in, ingewikkeld)

  1. inwikkelen (verpakken; emballeren; inpakken)
    verpacken; einpacken; einwickeln
    • verpacken verb (verpacke, verpackst, verpackt, verpackte, verpacktet, verpackt)
    • einpacken verb (packe ein, packst ein, packt ein, packte ein, packtet ein, eingepackt)
    • einwickeln verb (wickele ein, wickelst ein, wickelt ein, wickelte ein, wickeltet ein, eingewickelt)

Conjugations for inwikkelen:

o.t.t.
  1. wikkel in
  2. wikkelt in
  3. wikkelt in
  4. wikkelen in
  5. wikkelen in
  6. wikkelen in
o.v.t.
  1. wikkelde in
  2. wikkelde in
  3. wikkelde in
  4. wikkelden in
  5. wikkelden in
  6. wikkelden in
v.t.t.
  1. heb ingewikkeld
  2. hebt ingewikkeld
  3. heeft ingewikkeld
  4. hebben ingewikkeld
  5. hebben ingewikkeld
  6. hebben ingewikkeld
v.v.t.
  1. had ingewikkeld
  2. had ingewikkeld
  3. had ingewikkeld
  4. hadden ingewikkeld
  5. hadden ingewikkeld
  6. hadden ingewikkeld
o.t.t.t.
  1. zal inwikkelen
  2. zult inwikkelen
  3. zal inwikkelen
  4. zullen inwikkelen
  5. zullen inwikkelen
  6. zullen inwikkelen
o.v.t.t.
  1. zou inwikkelen
  2. zou inwikkelen
  3. zou inwikkelen
  4. zouden inwikkelen
  5. zouden inwikkelen
  6. zouden inwikkelen
en verder
  1. ben ingewikkeld
  2. bent ingewikkeld
  3. is ingewikkeld
  4. zijn ingewikkeld
  5. zijn ingewikkeld
  6. zijn ingewikkeld
diversen
  1. wikkel in!
  2. wikkelt in!
  3. ingewikkeld
  4. inwikkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inwikkelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
einpacken emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken emballeren; grijpen; inpakken; kartonneren; kelderen; klauwen; obsederen; pakken; uitbuiken; uitzakken; vangen; vatten; verstrikken; zakken
einwickeln emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken emballeren; inpakken; inpalmen; ompraten; overhalen; overreden; overtuigen; wikkelen
verpacken emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken emballeren; inpakken; kartonneren

Wiktionary Translations for inwikkelen:


Cross Translation:
FromToVia
inwikkelen wickeln swaddle — to bind a baby