Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. niets zeggen:


Dutch

Detailed Translations for niets zeggen from Dutch to German

niets zeggen:

niets zeggen verb (zeg niets, zegt niets, zegde niets, zegden niets, niets gezegd)

  1. niets zeggen (z'n mond houden; zwijgen; mondhouden; stil zijn)
    maulhalten; schweigen; still sein; seinen Mund halten

Conjugations for niets zeggen:

o.t.t.
  1. zeg niets
  2. zegt niets
  3. zegt niets
  4. zeggen niets
  5. zeggen niets
  6. zeggen niets
o.v.t.
  1. zegde niets
  2. zegde niets
  3. zegde niets
  4. zegden niets
  5. zegden niets
  6. zegden niets
v.t.t.
  1. heb niets gezegd
  2. hebt niets gezegd
  3. heeft niets gezegd
  4. hebben niets gezegd
  5. hebben niets gezegd
  6. hebben niets gezegd
v.v.t.
  1. had niets gezegd
  2. had niets gezegd
  3. had niets gezegd
  4. hadden niets gezegd
  5. hadden niets gezegd
  6. hadden niets gezegd
o.t.t.t.
  1. zal niets zeggen
  2. zult niets zeggen
  3. zal niets zeggen
  4. zullen niets zeggen
  5. zullen niets zeggen
  6. zullen niets zeggen
o.v.t.t.
  1. zou niets zeggen
  2. zou niets zeggen
  3. zou niets zeggen
  4. zouden niets zeggen
  5. zouden niets zeggen
  6. zouden niets zeggen
diversen
  1. zeg niets!
  2. zegt niets!
  3. niets gezegd
  4. nietszeggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for niets zeggen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
maulhalten mondhouden; niets zeggen; stil zijn; z'n mond houden; zwijgen
schweigen mondhouden; niets zeggen; stil zijn; z'n mond houden; zwijgen verstillen; verstommen
seinen Mund halten mondhouden; niets zeggen; stil zijn; z'n mond houden; zwijgen
still sein mondhouden; niets zeggen; stil zijn; z'n mond houden; zwijgen

Related Translations for niets zeggen