Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. opnieuw:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for opnieuw:
    • erneut


Dutch

Detailed Translations for opnieuw from Dutch to German

opnieuw:

opnieuw adv

  1. opnieuw (nogmaals; weer; andermaal; wederom)
  2. opnieuw (weer)
  3. opnieuw
  4. opnieuw
    wiederholen
    • wiederholen verb (wiederhole, wiederholst, wiederholt, wiederholte, wiederholtet, wiederholt)

Translation Matrix for opnieuw:

VerbRelated TranslationsOther Translations
wiederholen opnieuw echoën; herhalen; hernieuwen; heruitzenden; nabouwen; napraten; nazeggen; opnieuw doen; overdoen
AdverbRelated TranslationsOther Translations
- nogmaals
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
abermals herhalend; nogmaals
nochmals herhalend; nogmaals
- alweer; over
OtherRelated TranslationsOther Translations
wieder nog een keer; nog eens
ModifierRelated TranslationsOther Translations
abermals opnieuw; weer andermaal
auf's Neue andermaal; nogmaals; opnieuw; wederom; weer
noch einmeal andermaal; nogmaals; opnieuw; wederom; weer
nochmals andermaal; nogmaals; opnieuw; wederom; weer
von neuem opnieuw overnieuw
wieder andermaal; nogmaals; opnieuw; wederom; weer
wieder von vorne anfangen opnieuw
wiederum opnieuw; weer alweer

Related Words for "opnieuw":

  • opnieuwe

Synonyms for "opnieuw":


Related Definitions for "opnieuw":

  1. nog een keer1
    • Hans is opnieuw de beste van de klas1

Wiktionary Translations for opnieuw:

opnieuw
adverb
  1. nog een keer, een vorige gebeurtenis herhalend

Cross Translation:
FromToVia
opnieuw wieder; nochmal; noch einmal; erneut; schon wieder again — another time
opnieuw neuerlich; abermals; erneut anew — again

Related Translations for opnieuw