Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. piekeren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for piekeren from Dutch to German

piekeren:

piekeren verb (pieker, piekert, piekerde, piekerden, gepiekerd)

  1. piekeren (nadenken; prakkiseren; peinzen)
    nachdenken; überlegen; sinnen; grübeln
    • nachdenken verb (denke nach, denkst nach, denkt nach, dachte nach, dachten nach, nachgedacht)
    • überlegen verb (überlege, überlegst, überlegt, überlegte, überlegtet, überlegt)
    • sinnen verb (sinne, sinnst, sinnt, sann, sannt, gesonnen)
    • grübeln verb (grüble, grübelst, grübelt, grübelte, grübeltet, gegrübelt)

Conjugations for piekeren:

o.t.t.
  1. pieker
  2. piekert
  3. piekert
  4. piekeren
  5. piekeren
  6. piekeren
o.v.t.
  1. piekerde
  2. piekerde
  3. piekerde
  4. piekerden
  5. piekerden
  6. piekerden
v.t.t.
  1. heb gepiekerd
  2. hebt gepiekerd
  3. heeft gepiekerd
  4. hebben gepiekerd
  5. hebben gepiekerd
  6. hebben gepiekerd
v.v.t.
  1. had gepiekerd
  2. had gepiekerd
  3. had gepiekerd
  4. hadden gepiekerd
  5. hadden gepiekerd
  6. hadden gepiekerd
o.t.t.t.
  1. zal piekeren
  2. zult piekeren
  3. zal piekeren
  4. zullen piekeren
  5. zullen piekeren
  6. zullen piekeren
o.v.t.t.
  1. zou piekeren
  2. zou piekeren
  3. zou piekeren
  4. zouden piekeren
  5. zouden piekeren
  6. zouden piekeren
diversen
  1. pieker!
  2. piekert!
  3. gepiekerd
  4. piekerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for piekeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
grübeln nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren aarzelen; bedenken; beschouwen; bespiegelen; bouderen; diep nadenken; dubben; een pruillip trekken; er over inzitten; in gedachten verzonken zijn; mijmeren; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen; plussen; pruilen; puzzelen; puzzels oplossen; talmen; tobben; twijfelen; weifelen
nachdenken nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren bedenken; beramen; beschouwen; bespiegelen; bezinnen; filosoferen; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen; plan beramen; puzzelen; puzzels oplossen; tobben; verzinnen; zinnen
sinnen nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren bedenken; beramen; beschouwen; bespiegelen; mijmeren; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen; plan beramen; verzinnen; zinnen
überlegen nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren afwegen; bedenken; beraden; beschouwen; bespiegelen; consideren; doordenken; iets overwegen; nadenken; overdenken; overpeinzen; overwegen; peinzen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
überlegen bestand; opgewassen tegen; overdekt

Related Definitions for "piekeren":

  1. er zorgelijk en ingespannen over denken1
    • hij piekerde over de oplossing van het probleem1

Wiktionary Translations for piekeren:


Cross Translation:
FromToVia
piekeren brüten brood — to dwell upon moodily and at length