Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. souperen:
  2. souper:


Dutch

Detailed Translations for souperen from Dutch to German

souperen:

souperen verb (soupeer, soupeert, soupeerde, soupeerden, gesoupeerd)

  1. souperen
    soupieren; zu Abend essen
    • soupieren verb (soupiere, soupierst, soupiert, soupierte, soupiertet, soupiert)
    • zu Abend essen verb (esse zu Abend, ißt, aß, aßet, zu Abend gegegessen)

Conjugations for souperen:

o.t.t.
  1. soupeer
  2. soupeert
  3. soupeert
  4. souperen
  5. souperen
  6. souperen
o.v.t.
  1. soupeerde
  2. soupeerde
  3. soupeerde
  4. soupeerden
  5. soupeerden
  6. soupeerden
v.t.t.
  1. heb gesoupeerd
  2. hebt gesoupeerd
  3. heeft gesoupeerd
  4. hebben gesoupeerd
  5. hebben gesoupeerd
  6. hebben gesoupeerd
v.v.t.
  1. had gesoupeerd
  2. had gesoupeerd
  3. had gesoupeerd
  4. hadden gesoupeerd
  5. hadden gesoupeerd
  6. hadden gesoupeerd
o.t.t.t.
  1. zal souperen
  2. zult souperen
  3. zal souperen
  4. zullen souperen
  5. zullen souperen
  6. zullen souperen
o.v.t.t.
  1. zou souperen
  2. zou souperen
  3. zou souperen
  4. zouden souperen
  5. zouden souperen
  6. zouden souperen
en verder
  1. ben gesoupeerd
  2. bent gesoupeerd
  3. is gesoupeerd
  4. zijn gesoupeerd
  5. zijn gesoupeerd
  6. zijn gesoupeerd
diversen
  1. soupeer!
  2. soupeert!
  3. gesoupeerd
  4. souperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for souperen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
soupieren souperen dineren; tafelen; uitgebreid eten
zu Abend essen souperen bikken; bunkeren; consumeren; eten; naar binnen werken; nuttigen; opeten; schransen; schrokken; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen; vreten; zitten proppen

Related Words for "souperen":


souper:

souper [het ~] noun

  1. het souper (feestdiner)
    Abendessen; Souper

Translation Matrix for souper:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abendessen feestdiner; souper avondeten; avondmaal; avondmaaltijd; diner
Souper feestdiner; souper

Related Words for "souper":

  • souperen, soupers, soupertje, soupertjes