Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. traceren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for traceren from Dutch to German

traceren:

traceren verb (traceer, traceert, traceerde, traceerden, getraceerd)

  1. traceren (lokaliseren; opsporen; vinden)
    finden; trassieren
    • finden verb (finde, findest, findet, fand, fandet, gefunden)
    • trassieren verb (trassiere, trassierst, trassiert, trassierte, trassiertet, trassiert)
  2. traceren
  3. traceren
    verfolgen
    • verfolgen verb (verfolge, verfolgst, verfolgt, verfolgte, verfolgtet, verfolgt)

Conjugations for traceren:

o.t.t.
  1. traceer
  2. traceert
  3. traceert
  4. traceren
  5. traceren
  6. traceren
o.v.t.
  1. traceerde
  2. traceerde
  3. traceerde
  4. traceerden
  5. traceerden
  6. traceerden
v.t.t.
  1. heb getraceerd
  2. hebt getraceerd
  3. heeft getraceerd
  4. hebben getraceerd
  5. hebben getraceerd
  6. hebben getraceerd
v.v.t.
  1. had getraceerd
  2. had getraceerd
  3. had getraceerd
  4. hadden getraceerd
  5. hadden getraceerd
  6. hadden getraceerd
o.t.t.t.
  1. zal traceren
  2. zult traceren
  3. zal traceren
  4. zullen traceren
  5. zullen traceren
  6. zullen traceren
o.v.t.t.
  1. zou traceren
  2. zou traceren
  3. zou traceren
  4. zouden traceren
  5. zouden traceren
  6. zouden traceren
en verder
  1. ben getraceerd
  2. bent getraceerd
  3. is getraceerd
  4. zijn getraceerd
  5. zijn getraceerd
  6. zijn getraceerd
diversen
  1. traceer!
  2. traceert!
  3. getraceerd
  4. tracerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for traceren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
Ablauf verfolgen traceren
finden lokaliseren; opsporen; traceren; vinden aantreffen; menen; ontdekken; tegenkomen; van mening zijn; vinden
mit Ablaufverfolgung ausführen traceren
trassieren lokaliseren; opsporen; traceren; vinden afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; omlijnen; uitstippelen; uitzetten
verfolgen traceren aanhouden; achternazitten; achtervolgen; berechten; continueren; doorgaan; een stapje verder gaan; gerechtelijk vervolgen; nazitten; prolongeren; verdergaan; vervolgen; volgen; voortgaan; voortzetten

Wiktionary Translations for traceren:

traceren