Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. veelheid:
  2. veel:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for veelheid from Dutch to German

veelheid:

veelheid [de ~ (v)] noun

  1. de veelheid (talrijkheid)
    die Vielzahl; die Mannigfaltigkeit

Translation Matrix for veelheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Mannigfaltigkeit talrijkheid; veelheid overvloedigheid; rijkelijkheid
Vielzahl talrijkheid; veelheid

Related Words for "veelheid":


veel:

veel adj

  1. veel

veel adv

  1. veel (heel veel)
    viel

Translation Matrix for veel:

NounRelated TranslationsOther Translations
- boel; hoop; massa; stoot
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- menig; menigeen
AdverbRelated TranslationsOther Translations
viel heel veel; veel
- dikwijls; vaak
ModifierRelated TranslationsOther Translations
viel veel dikwijls; een hoop; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig
wiederholt veel bestendig; constant; dikwijls; frequent; gelijkmatig; gestaag; herhaald; herhaaldelijk; meermaals; menigmaal; regelmatig; telkens; vaak; veelvuldig

Related Words for "veel":


Synonyms for "veel":


Antonyms for "veel":


Related Definitions for "veel":

  1. grote hoeveelheid, groot aantal1
    • zij hebben veel kinderen1
  2. op veel momenten, veel keren1
    • zij kijken veel televisie1

Wiktionary Translations for veel:

veel
verb
  1. groot in hoeveelheid
veel
adjective
  1. eine unbestimmte, große Menge von etwas; reichlich

Cross Translation:
FromToVia
veel viel a lot — a large amount
veel viel a lot — very much
veel vieles a lot — many things
veel oft a lot — often
veel viele many — an indefinite large number of
veel Masel tov; Masseltopp mazel tov — (Hebrew/Yiddish) congratulations or good wishes, especially at weddings
veel viel much — a large amount of
veel viel much — to a great extent
veel zahlreich; viel nombreux — Qui être en grand nombre ; qui former d’un grand nombre d’éléments.