Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. vernissen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vernissen from Dutch to German

vernissen:

vernissen verb (vernis, vernist, verniste, vernisten, vernist)

  1. vernissen (lakken)
    lackieren; firnissen; färben
    • lackieren verb (lackiere, lackierst, lackiert, lackierte, lackiertet, lackiert)
    • firnissen verb (firnisse, firnisst, firnisste, firnisstet, firnisst)
    • färben verb (färbe, färbst, färbt, färbte, färbtet, gefärbt)

Conjugations for vernissen:

o.t.t.
  1. vernis
  2. vernist
  3. vernist
  4. vernissen
  5. vernissen
  6. vernissen
o.v.t.
  1. verniste
  2. verniste
  3. verniste
  4. vernisten
  5. vernisten
  6. vernisten
v.t.t.
  1. heb vernist
  2. hebt vernist
  3. heeft vernist
  4. hebben vernist
  5. hebben vernist
  6. hebben vernist
v.v.t.
  1. had vernist
  2. had vernist
  3. had vernist
  4. hadden vernist
  5. hadden vernist
  6. hadden vernist
o.t.t.t.
  1. zal vernissen
  2. zult vernissen
  3. zal vernissen
  4. zullen vernissen
  5. zullen vernissen
  6. zullen vernissen
o.v.t.t.
  1. zou vernissen
  2. zou vernissen
  3. zou vernissen
  4. zouden vernissen
  5. zouden vernissen
  6. zouden vernissen
diversen
  1. vernis!
  2. vernist!
  3. vernist
  4. vernissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vernissen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
firnissen lakken; vernissen
färben lakken; vernissen beschilderen; kleuren; lakken; schilderen; tinten; verven
lackieren lakken; vernissen beschilderen; lakken; schilderen; verven

Wiktionary Translations for vernissen:

vernissen
verb
  1. iets voorzien van een laag vernis