Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. verroeren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verroeren from Dutch to German

verroeren:

verroeren verb (verroer, verroert, verroerde, verroerden, verroerd)

  1. verroeren
    rühren
    • rühren verb (rühre, rührst, rührt, rührte, rührtet, gerührt)

Conjugations for verroeren:

o.t.t.
  1. verroer
  2. verroert
  3. verroert
  4. verroeren
  5. verroeren
  6. verroeren
o.v.t.
  1. verroerde
  2. verroerde
  3. verroerde
  4. verroerden
  5. verroerden
  6. verroerden
v.t.t.
  1. heb verroerd
  2. hebt verroerd
  3. heeft verroerd
  4. hebben verroerd
  5. hebben verroerd
  6. hebben verroerd
v.v.t.
  1. had verroerd
  2. had verroerd
  3. had verroerd
  4. hadden verroerd
  5. hadden verroerd
  6. hadden verroerd
o.t.t.t.
  1. zal verroeren
  2. zult verroeren
  3. zal verroeren
  4. zullen verroeren
  5. zullen verroeren
  6. zullen verroeren
o.v.t.t.
  1. zou verroeren
  2. zou verroeren
  3. zou verroeren
  4. zouden verroeren
  5. zouden verroeren
  6. zouden verroeren
diversen
  1. verroer!
  2. verroert!
  3. verroerd
  4. verroerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verroeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
rühren verroeren aangaan; aangrijpen; beroeren; betreffen; bewegen; beïnvloeden; iemand raken; iemand treffen; in beweging brengen; mixen; ontroeren; raken; roeren; rondroeren; treffen; vertederen; zich bewegen

Wiktionary Translations for verroeren:

verroeren
verb
  1. in beweging komen

Cross Translation:
FromToVia
verroeren bewegen move — to cause to change place or posture; to set in motion
verroeren bewegen; erregen mouvoirdéplacer, faire aller d’un lieu à un autre, mettre en mouvement.
verroeren bewegen; erregen; erschüttern; rühren; ergreifen remuermouvoir, déplacer.