Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. zich staande houden:


Dutch

Detailed Translations for zich staande houden from Dutch to German

zich staande houden:

zich staande houden verb

  1. zich staande houden (standhouden)
    aushalten; standhalten; beharren; durchhalten; ausharren
    • aushalten verb (halte aus, hältst aus, hält aus, hielt aus, hieltet aus, ausgehalten)
    • standhalten verb (halte stand, hälst stand, hält stand, hielt stand, hieltet stand, stand gehalten)
    • beharren verb (beharre, beharrst, beharrt, beharrte, beharrtet, beharrt)
    • durchhalten verb (halte durch, hältst durch, hält durch, hielt durch, hieltet durch, durchgehalten)
    • ausharren verb (harre aus, harrst aus, harrt aus, harrte aus, harrtet aus, ausgeharrt)

Translation Matrix for zich staande houden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aushalten standhouden; zich staande houden doorleven; doorstaan; dragen; dulden; financieel steunen; financieren; harden; onderhouden; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verteren; volhouden
ausharren standhouden; zich staande houden doorgaan; doorleven; doorstaan; doorzetten; dragen; dulden; harden; standhouden; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verteren; volharden; volhouden
beharren standhouden; zich staande houden
durchhalten standhouden; zich staande houden doordouwen; doorknokken; doorleven; doorstaan; doorzetten; dragen; dulden; harden; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verteren; volhouden
standhalten standhouden; zich staande houden aanhouden; bestand zijn tegen; doorleven; doorstaan; verdragen; verduren; verteren; voortbestaan; voortduren

Related Translations for zich staande houden