Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. zich wringen:


Dutch

Detailed Translations for zich wringen from Dutch to German

zich wringen:

zich wringen verb

  1. zich wringen
    winden; wringen; kämpfen; drücken; ringen
    • winden verb (winde, windest, windet, wand, wandet, gewunden)
    • wringen verb (wringe, wringst, wringt, wrang, wrangt, gewrungen)
    • kämpfen verb (kämpfe, kämpfst, kämpft, kämpfte, kämpftet, gekämpft)
    • drücken verb (drücke, drückst, drückt, drückte, drücktet, gedrückt)
    • ringen verb (ringe, ringst, ringt, ringte, ringtet, geringt)

Translation Matrix for zich wringen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
drücken zich wringen drukken; duwen; knellen; met iemand worstelen; persen; strak zitten; voortduwen; worstelen
kämpfen zich wringen bekampen; bestrijden; bevechten; een strijd houden; kampen; kleine gevechten leveren; knokken; matten; met iemand worstelen; oorlog voeren; schermutselen; strijd voeren; strijden; touwtrekken; vechten; worstelen
ringen zich wringen met iemand worstelen; touwtrekken; worstelen
winden zich wringen draaien; hijsen; in kringetjes ronddraaien; kolken; kringelen; met iemand worstelen; ophijsen; ronddraaien; worstelen; wrikken
wringen zich wringen met iemand worstelen; uitwringen; worstelen; wrikken; wringen

Related Translations for zich wringen