Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. opduvel:


Dutch

Detailed Translations for opduvel from Dutch to English

opduvel:

opduvel [de ~ (m)] noun

  1. de opduvel (oplawaai; opdonder; muilpeer; )
    the punch; the clout
    – (boxing) a blow with the fist 1
    • punch [the ~] noun
      • He landed a hard punch to the gut.2
    • clout [the ~] noun
      • I gave him a clout on his nose1
    the nudge
    – a slight push or shake 1
    the whopper
    the wallop
    – a severe blow 1
    the blow
    – a powerful stroke with the fist or a weapon 1
    • blow [the ~] noun
      • a blow on the head1
    the jab
    – a quick short straight punch 1
    • jab [the ~] noun

Translation Matrix for opduvel:

NounRelated TranslationsOther Translations
blow hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot bluts; deuk; dreun; duw; duwtje; fiasco; flop; handslag; harde slag; instulping; jens; klap; klop; knal; lel; mep; misrekening; misslag; por; slag; sof; stoot; stootje; tegenvaller; teleurstelling; terugslag; tik; toegebrachte klap; zet
clout hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot invloed; klap; kleine spijker met platte kop; kopspijker; opstopper; peut; spijkertje; stoot
jab hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet
nudge hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot buzzer; duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet
punch hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot dreun; duw; duwtje; handtastelijkheden; harde klap; klap; klappen; opdoffer; opdonder; opdonders; opstopper; peut; pons; por; ram; slag; stoot; stootje; uithaal; vuistslag; vuistslagen; zet
wallop hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot klap; opstopper; peut; stoot
whopper hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot bonk; bonkend geluid; gevaarte; groot exemplaar; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei
VerbRelated TranslationsOther Translations
blow 'm piepen; 'm smeren; aanblazen; aanwakkeren; afzuigen; blazen; doen opvlammen; fellatio doen; fladderen; fluiten; hard waaien; hijgen; iets vergallen; pijpen; puffen; stuiven; verknoeien; waaien; wapperen; zuigen
jab een por geven; porren; stoten
nudge aanstoten; toesteken; toestoten; verschuiven
punch doorponsen; een opdonder verkopen; hengsten; ponsen; rammen; stansen; stompen
wallop knuppelen; ranselen

External Machine Translations: