Dutch

Detailed Translations for verlokkend from Dutch to English

verlokkend:


Translation Matrix for verlokkend:

NounRelated TranslationsOther Translations
alluring aantrekken; bekoren; charmeren; provoceren; uitlokken
attracting aantrekken; bekoren; charmeren
charming aantrekken; bekoren; charmeren; inpalming
inviting aantrekken; bekoren; charmeren
tempting aantrekken; bekoren; charmeren; lokken; verleiden
VerbRelated TranslationsOther Translations
alluring flirten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
adorable aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend aanbiddelijk; aantrekkelijk; allerliefst; begeerenswaardig; begerenswaardig; bekoorlijk; charmant; dottig; enig; lief; schattig; snoezig; verrukkelijk; vertederend
alluring aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verzoekend aanlokkelijk; aantrekkelijk; aantrekkelijke; aardig; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; prettig; uitnodigend; verleidelijk
appealing aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; leuk; lief; prettig; schattig; sympathiek; uitnodigend; verleidelijk; verrukkelijk
appetising aanlokkelijk; lekker; smakelijk; verlokkend appetijtelijk; eetlustopwekkend; heet; pikant; pittig; smaak prikkelend
appetizing aanlokkelijk; lekker; smakelijk; verlokkend appetijtelijk; eetlustopwekkend; heet; pikant; pittig; smaak prikkelend
attractive aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aantrekkelijke; aanvallig; aardig; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi; oogstrelend; prettig; schattig; snoeperig; snoezig; uitnodigend; verleidelijk; verrukkelijk
charming aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; alleraardigst; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; fraai; goed ogend; gracieus; knap; liefelijk; lieflijk; lieftallig; mooi; prettig; schattig; sierlijk; snoeperig; snoezig; verrukkelijk; welgevallig
delicious aanlokkelijk; lekker; smakelijk; verlokkend goddelijk; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; mieters; overheerlijk; paradijselijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig
enchanting aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; beheksend; bekoorlijk; betoverend; bevallig; boeiend; charmant; dottig; enig; fascinerend; integrerend; intrigerend; knap; lief; magisch; mooi; schattig; snoezig; toverachtig; verrukkelijk; vertederend
inviting aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verzoekend aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitnodigend; verleidelijk
lovely aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend aanbiddelijk; aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; allerliefst; attractief; beeldig; begeerenswaardig; behaaglijk; bekoorlijk; bevallig; charmant; dottig; elegant; enig; fijn; fijne; fraai; goed ogend; gracieus; heerlijk van dag; knap; leuk; lief; liefelijk; lieflijk; lieftallig; mooi; plezant; plezierig; prettig; schattig; sierlijk; snoeperig; snoezig; verrukkelijk; vertederend; welgevallig
palatable aanlokkelijk; lekker; smakelijk; verlokkend eetbaar; genietbaar; te consumeren; te genieten
scrumptious aanlokkelijk; lekker; smakelijk; verlokkend
tasty aanlokkelijk; lekker; smakelijk; verlokkend hartig; zoutig
tempting verleidelijk; verlokkend; verzoekend aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitnodigend; verleidelijk
yummy aanlokkelijk; lekker; smakelijk; verlokkend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
attracting aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend

verlokkend form of verlokken:

verlokken

  1. verlokken

verlokken verb (verlok, verlokt, verlokte, verlokten, verlokt)

  1. verlokken (aanlokken; verleiden; lokken; )
    to attract; to seduce; to tempt; to entice; to allure; to invite
    • attract verb (attracts, attracted, attracting)
    • seduce verb (seduces, seduced, seducing)
    • tempt verb (tempts, tempted, tempting)
    • entice verb (entices, enticed, enticing)
    • allure verb (allures, allured, alluring)
    • invite verb (invites, invited, inviting)

Conjugations for verlokken:

o.t.t.
  1. verlok
  2. verlokt
  3. verlokt
  4. verlokken
  5. verlokken
  6. verlokken
o.v.t.
  1. verlokte
  2. verlokte
  3. verlokte
  4. verlokten
  5. verlokten
  6. verlokten
v.t.t.
  1. heb verlokt
  2. hebt verlokt
  3. heeft verlokt
  4. hebben verlokt
  5. hebben verlokt
  6. hebben verlokt
v.v.t.
  1. had verlokt
  2. had verlokt
  3. had verlokt
  4. hadden verlokt
  5. hadden verlokt
  6. hadden verlokt
o.t.t.t.
  1. zal verlokken
  2. zult verlokken
  3. zal verlokken
  4. zullen verlokken
  5. zullen verlokken
  6. zullen verlokken
o.v.t.t.
  1. zou verlokken
  2. zou verlokken
  3. zou verlokken
  4. zouden verlokken
  5. zouden verlokken
  6. zouden verlokken
diversen
  1. verlok!
  2. verlokt!
  3. verlokt
  4. verlokkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verlokken:

NounRelated TranslationsOther Translations
allure aanzien; allure
court balie; gerecht; gerechtsgebouw; gerechtshof; gevolg; hof; hofhouding; rechtbank; rechtscollege; rechtsgebouw; tribunaal; tuin
VerbRelated TranslationsOther Translations
allure aanlokken; lokken; meelokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken bekoren; bevallen; gunst winnen; verleiden
attract aanlokken; lokken; meelokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken
entice aanlokken; lokken; meelokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken dichtbijlokken; lokken; tevoorschijn lokken
invite aanlokken; lokken; meelokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken engageren; inviteren; noden; uitnodigen
seduce aanlokken; lokken; meelokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken gunst winnen; verleiden
tempt aanlokken; lokken; meelokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken gunst winnen; in verzoeking brengen; verleiden
OtherRelated TranslationsOther Translations
court verlokken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
court gerechtelijk; justitieel; rechterlijk

Wiktionary Translations for verlokken:

verlokken
verb
  1. tot kwaad brengen
verlokken
verb
  1. to deceptively trick into something wrong
  2. to attract, allure

External Machine Translations: