Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. klaaglijk:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for klaaglijk from Dutch to English

klaaglijk:


Translation Matrix for klaaglijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
complaining beklag; gekanker; geklaag; gemekker; klacht indienen
lamenting gehuil; gejank; geween
moaning gedram; gehuil; gejank; gekerm; gekreun; gemekker; gesteun; geween; gezanik; gezeur
wailing gehuil; gejammer; gejank; geweeklaag; geween
whining gedram; gehuil; gejank; geween; gezanik; gezeur
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
complaining jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; klagerig; lamenterend; weeklagend beklagend; chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; negatief; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; zeurderig
lamenting jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; klagerig; lamenterend; weeklagend chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd
plaintive jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig rouwig; treurig; verdrietig
wailing jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd
woeful jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; klagerig; lamenterend; weeklagend beklagenswaardig; deerlijk; erbarmelijk; jammerlijk; rouwig; stakkerig; tragisch; treurig; verdrietig; zielig
wretched jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; klagerig; lamenterend; weeklagend akelig; bedonderd; belazerd; beroerd; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; klungelig; lamlendig; lamzalig; meelijwekkend; miserabel; naar; ongelukkig; onzalig; stumperig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
moaning jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; lamenterend; weeklagend
whining jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; lamenterend; weeklagend

Related Words for "klaaglijk":

  • klaaglijke

Wiktionary Translations for klaaglijk:


Cross Translation:
FromToVia
klaaglijk plaintive; whining plaintif — Qui a l’accent de la plainte.