Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. opbrengst:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for opbrengst:
    • revenues


Dutch

Detailed Translations for opbrengst from Dutch to English

opbrengst:

opbrengst [de ~ (v)] noun

  1. de opbrengst (rendement; uitkomst; product; voortbrengsel; oogst)
    the profit; the yield; the benefit; the return; the output; the gain
  2. de opbrengst
    the revenue
    – An increase in an organization's assets or a decrease in an organization's liabilities during a reporting period. 1

Translation Matrix for opbrengst:

NounRelated TranslationsOther Translations
benefit oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; benefiet; benefietvoorstelling; geruststelling; gewin; nut; opluchting; profijt; sociale bijstand; verademing; vergoeding; voordeeltje; waarde; winst
gain oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; baat; boodschap; gewin; koop; profijt; winst
output oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; gewin; oogst; opbrengst van een gewas; profijt; uitvoer; winst
profit oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; baat; boodschap; gewin; koop; nut; profijt; voordeeltje; waarde; winst; winstsaldo
return oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; contraprestatie; gewin; profijt; rentabiliteit; retour; return; tegendienst; tegenprestatie; teruggave; terugkeer; terugkomst; terugreis; terugwedstrijd; thuiskomst; wederdienst; weergave; winst
revenue opbrengst inkomsten; revenu
yield oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; gewin; oogst; opbrengst van een gewas; profijt; rentabiliteit; winst
- resultaat; uitkomst
VerbRelated TranslationsOther Translations
gain aankomen; behalen; dikker worden; gewinnen; inhalen; inlopen; kennis opdoen; leren; meekrijgen; meepikken; oppikken; opsteken; verkrijgen; verwerven; winnen; zwaarder worden
return dateren; keren; omkeren; retourneren; terugbezorgen; terugbrengen; teruggaan; teruggeven; teruggooien; teruggrijpen; terugkeren; terugkomen; terugsturen; terugwerpen; terugzenden; wederkeren; weerkeren
yield afstaan; akkoord gaan; instemmen; overgeven
ModifierRelated TranslationsOther Translations
return achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug

Related Words for "opbrengst":

  • opbrengsten

Synonyms for "opbrengst":


Related Definitions for "opbrengst":

  1. wat het oplevert2
    • de opbrengst van de collecte is groot2

Wiktionary Translations for opbrengst:

opbrengst
noun
  1. dat wat opgebracht wordt, de baat die men heeft van zijn activiteiten
opbrengst
noun
  1. product or result of any exertion
  2. natural production for a specific year
  3. fruit, beneficial or tangible effect
  4. income from an investment
en-plural noun
  1. revenue

Cross Translation:
FromToVia
opbrengst returns Ertragallgemein: das positive Ergebnis einer Anstrengung
opbrengst harvest moissonrécolte des blés et autres céréales.
opbrengst product; item; commodity; ware produitrésultat créatif de l’activité humaine.

Related Translations for opbrengst