Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. schreef:
  2. schrijven:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schreef from Dutch to English

schreef:

schreef [de ~] noun

  1. de schreef (lijn)
    the scratch

Translation Matrix for schreef:

NounRelated TranslationsOther Translations
scratch lijn; schreef krab; krabwond; kras; schram; schrammetje
VerbRelated TranslationsOther Translations
scratch afkrabben; bekrassen; graaien; grijpen; grissen; jatten; krassen; pikken; schrapen; schrappen; snaaien; wegkapen; zich krabben

Related Words for "schreef":

  • schreven

Wiktionary Translations for schreef:

schreef
noun
  1. short line in a font

Cross Translation:
FromToVia
schreef serif Serife — in manchen Druckschriften der Querstrich, der einen Buchstaben an seinem Ende/seinen Enden abschließt
schreef line; round; figure ligne — Traductions à trier suivant le sens
schreef stripe; ray; part; stingray; skate; strip; streak; stroke; dash raieligne tracer sur une surface.
schreef strip; streak; stroke; dash rayureentaille, trace, éraflure faite sur une surface polie par un objet contondant.

schreef form of schrijven:

schrijven verb (schrijf, schrijft, schreef, schreven, geschreven)

  1. schrijven (een briefwisseling hebben; corresponderen)
    to write; to correspond; keep up a correspondence
  2. schrijven (pennen; kalken)
    to write; to scribble
    • write verb (writes, wrote, writing)
    • scribble verb (scribbles, scribbled, scribbling)
  3. schrijven
    to write
    – To transfer information either to a storage device, such as a disk, or to an output device, such as the monitor or a printer. Writing is the means by which a computer provides the results of processing. A computer can also be said to write to the screen when it displays information on the monitor. 1
    • write verb (writes, wrote, writing)

Conjugations for schrijven:

o.t.t.
  1. schrijf
  2. schrijft
  3. schrijft
  4. schrijven
  5. schrijven
  6. schrijven
o.v.t.
  1. schreef
  2. schreef
  3. schreef
  4. schreven
  5. schreven
  6. schreven
v.t.t.
  1. heb geschreven
  2. hebt geschreven
  3. heeft geschreven
  4. hebben geschreven
  5. hebben geschreven
  6. hebben geschreven
v.v.t.
  1. had geschreven
  2. had geschreven
  3. had geschreven
  4. hadden geschreven
  5. hadden geschreven
  6. hadden geschreven
o.t.t.t.
  1. zal schrijven
  2. zult schrijven
  3. zal schrijven
  4. zullen schrijven
  5. zullen schrijven
  6. zullen schrijven
o.v.t.t.
  1. zou schrijven
  2. zou schrijven
  3. zou schrijven
  4. zouden schrijven
  5. zouden schrijven
  6. zouden schrijven
en verder
  1. ben geschreven
  2. bent geschreven
  3. is geschreven
  4. zijn geschreven
  5. zijn geschreven
  6. zijn geschreven
diversen
  1. schrijf!
  2. schrijft!
  3. geschreven
  4. schrijfend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

schrijven [het ~] noun

  1. het schrijven (epistel; brief)
    the epistle
  2. het schrijven (auteurschap)
    the authorship
  3. het schrijven
    the write
    – A transfer of information to a storage device, such as a disk, or to an output device, such as the monitor or printer. For example, a disk write means that information is transferred from memory to storage on disk. 1

Translation Matrix for schrijven:

NounRelated TranslationsOther Translations
authorship auteurschap; schrijven auteurschap
epistle brief; epistel; schrijven
scribble aantekening; briefje; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; krabbelbriefje; noot; notitie; opschrijving; schrijfsel
write schrijven
VerbRelated TranslationsOther Translations
correspond corresponderen; een briefwisseling hebben; schrijven corresponderen; overeenkomstig zijn; samenlopen; samenvallen
keep up a correspondence corresponderen; een briefwisseling hebben; schrijven
scribble kalken; pennen; schrijven kalken; kladden
write corresponderen; een briefwisseling hebben; kalken; pennen; schrijven

Related Definitions for "schrijven":

  1. de inhoud bedenken2
    • hij schrijft een boek2
  2. het laten weten2
    • zij schrijft dat ze komt2
  3. in letters of cijfers met de hand op papier zetten2
    • ik schrijf het woord op2

Wiktionary Translations for schrijven:

schrijven
verb
  1. tekst in tekens vastleggen
schrijven
verb
  1. to write
  2. to form letters, etc.
  3. to send a letter to
  4. to be the author of
  5. to be an author
  6. record (data)
noun
  1. the process of representing a language

Cross Translation:
FromToVia
schrijven write; store schreibenWort, Satz oder Zahlen in Form von Zeichen festhalten
schrijven write; store schreiben — einen Text erstellen
schrijven write; store schreibenmit Dativ: etwas schreiben[1, 2] und an jemanden schicken
schrijven compose; dial; create; write; typeset; set composerformer un tout de l’assemblage de plusieurs parties, parler des choses physiques et des choses morales.
schrijven letter lettre — Message écrit
schrijven write; compose; create écrire — Créer une représentation à l’aide de symboles