Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. slijm:
  2. slijmen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for slijm from Dutch to English

slijm:

slijm [de ~ (m)] noun

  1. de slijm
    the mucus; the slobber

Translation Matrix for slijm:

NounRelated TranslationsOther Translations
mucus slijm snot
slobber slijm kwijl; slijmachtig speeksel
VerbRelated TranslationsOther Translations
slobber kwijlen; slijm opgeven; slijmen; zeveren

Related Words for "slijm":


Wiktionary Translations for slijm:

slijm
noun
  1. een kleverige stof die door slijmvliezen uitgescheiden wordt
slijm
noun
  1. slippery secretion
  2. thick liquid
  3. -

Cross Translation:
FromToVia
slijm mucus mucus — médecine|fr mucosité, sécrétion visqueuse et translucide, produite par une muqueuse.

slijmen:

slijmen [het ~] noun

  1. het slijmen
    the slime

slijmen verb (slijm, slijmt, slijmde, slijmden, geslijmd)

  1. slijmen (slijm opgeven)
    to slobber; to drivel; cough up slime; to slaver

Conjugations for slijmen:

o.t.t.
  1. slijm
  2. slijmt
  3. slijmt
  4. slijmen
  5. slijmen
  6. slijmen
o.v.t.
  1. slijmde
  2. slijmde
  3. slijmde
  4. slijmden
  5. slijmden
  6. slijmden
v.t.t.
  1. heb geslijmd
  2. hebt geslijmd
  3. heeft geslijmd
  4. hebben geslijmd
  5. hebben geslijmd
  6. hebben geslijmd
v.v.t.
  1. had geslijmd
  2. had geslijmd
  3. had geslijmd
  4. hadden geslijmd
  5. hadden geslijmd
  6. hadden geslijmd
o.t.t.t.
  1. zal slijmen
  2. zult slijmen
  3. zal slijmen
  4. zullen slijmen
  5. zullen slijmen
  6. zullen slijmen
o.v.t.t.
  1. zou slijmen
  2. zou slijmen
  3. zou slijmen
  4. zouden slijmen
  5. zouden slijmen
  6. zouden slijmen
en verder
  1. ben geslijmd
  2. bent geslijmd
  3. is geslijmd
  4. zijn geslijmd
  5. zijn geslijmd
  6. zijn geslijmd
diversen
  1. slijm!
  2. slijmt!
  3. geslijmd
  4. slijmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for slijmen:

NounRelated TranslationsOther Translations
drivel gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat
slaver slavenhaler; slavenschip
slime slijmen slijmbal
slobber kwijl; slijm; slijmachtig speeksel
VerbRelated TranslationsOther Translations
cough up slime slijm opgeven; slijmen
drivel slijm opgeven; slijmen kletspraat verkopen; lullen; zeveren; zwammen; zwetsen
slaver slijm opgeven; slijmen kwijlen; zeveren
slobber slijm opgeven; slijmen kwijlen; zeveren

Related Words for "slijmen":


Wiktionary Translations for slijmen:

slijmen
verb
  1. to seek to gain favor by flattery

Related Translations for slijm