Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. afdrijven:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afdrijven from Dutch to English

afdrijven:

afdrijven verb (drijf af, drijft af, dreef af, dreven af, afgedreven)

  1. afdrijven (verlijeren; wraken)
    to drift; make leeway; go adrift

Conjugations for afdrijven:

o.t.t.
  1. drijf af
  2. drijft af
  3. drijft af
  4. drijven af
  5. drijven af
  6. drijven af
o.v.t.
  1. dreef af
  2. dreef af
  3. dreef af
  4. dreven af
  5. dreven af
  6. dreven af
v.t.t.
  1. ben afgedreven
  2. bent afgedreven
  3. is afgedreven
  4. zijn afgedreven
  5. zijn afgedreven
  6. zijn afgedreven
v.v.t.
  1. was afgedreven
  2. was afgedreven
  3. was afgedreven
  4. waren afgedreven
  5. waren afgedreven
  6. waren afgedreven
o.t.t.t.
  1. zal afdrijven
  2. zult afdrijven
  3. zal afdrijven
  4. zullen afdrijven
  5. zullen afdrijven
  6. zullen afdrijven
o.v.t.t.
  1. zou afdrijven
  2. zou afdrijven
  3. zou afdrijven
  4. zouden afdrijven
  5. zouden afdrijven
  6. zouden afdrijven
diversen
  1. drijf af!
  2. drijft af!
  3. afgedreven
  4. afdrijvende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afdrijven [znw.] noun

  1. afdrijven (aborteren)
    the aborting; the causing abortion

Translation Matrix for afdrijven:

NounRelated TranslationsOther Translations
aborting aborteren; afdrijven
causing abortion aborteren; afdrijven
drift doel; drevel; drift; driftstroom; geest; nut; strekking; teneur; zin
VerbRelated TranslationsOther Translations
drift afdrijven; verlijeren; wraken
go adrift afdrijven; verlijeren; wraken
make leeway afdrijven; verlijeren; wraken

Wiktionary Translations for afdrijven:


Cross Translation:
FromToVia
afdrijven drift driften — (intransitiv) Seemannssprache: auf dem Wasser treiben