Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. boerenknecht:


Dutch

Detailed Translations for boerenknecht from Dutch to English

boerenknecht:

boerenknecht [de ~ (m)] noun

  1. de boerenknecht (knecht)
    the farm hand; the help
    the hand
    – a hired laborer on a farm or ranch 1
    • hand [the ~] noun
      • a ranch hand1

Translation Matrix for boerenknecht:

NounRelated TranslationsOther Translations
farm hand boerenknecht; knecht
hand boerenknecht; knecht arbeider; arbeidskracht; hand; handdruk; handje; hulpje; jat; klauw; klerk; knecht; knuist; medewerker; personeelslid; poot; werker; werkkracht; werkman; werknemer; wijzer
help boerenknecht; knecht aanmoediging; aansporen; aansporing; assistentie; bijstand; dienstbetoon; handreiking; help; hulp; hulpbetoon; hulpje; hulpmiddel; hulpverlening; knecht; medewerking; ondersteuning; online-Help; opwekking; redmiddel; ressource; steun; stimulans; support
VerbRelated TranslationsOther Translations
hand aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; geven; overgeven; overhandigen; reiken; toesteken
help assisteren; avanceren; bijdragen; bijspringen; bijstaan; gerieven; handreiken; helpen; meehelpen; ondersteunen; promoten; seconderen; weldoen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
help help

Related Words for "boerenknecht":

  • boerenknechten, boerenknechts