Dutch

Detailed Translations for draai from Dutch to English

draai:

draai [de ~ (m)] noun

  1. de draai (kromte; bocht; kromming)
    the turn; the curve; the bend
  2. de draai (lusvormige kromming; lus; knoop; kink; kronkel)
    the slip knot; the tag; the looping; the coil; the kink; the twist; the joint; the twisting; the torsion; the spiral
    the loop
    – anything with a round or oval shape (formed by a curve that is closed and does not intersect itself) 1
  3. de draai (omdraaiing; wending)
    the rotation; the inversion; the turn
  4. de draai (kromming; bocht; ronding; kronkel)
    the curve; the bend; the curvature; the camber
  5. de draai (verdraaiing; twist; kronkel)
    the perversion; the twisting

Translation Matrix for draai:

NounRelated TranslationsOther Translations
bend bocht; draai; kromming; kromte; kronkel; ronding buiging; kromming
camber bocht; draai; kromming; kronkel; ronding boog; uitbouw; welving; wielvlucht
coil draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming haspel; klos; snoerspoel; spiraal; spoel; werktuig om garen te winden; winder; winding
curvature bocht; draai; kromming; kronkel; ronding boog; uitbouw; welving
curve bocht; draai; kromming; kromte; kronkel; ronding boog; buiging; kromme; kromming; uitbouw; welving; zwenking
inversion draai; omdraaiing; wending inversie; omkering van de woordvolgorde
joint draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming geleding; gelid; gewricht; gewrichtsknobbel; las; lasnaad; rij manschappen; stickie; verbinding van beenderen; verbinding van lichaamsdelen; welnaad
kink draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming knak; knik
loop draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming lus
looping draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming looping
perversion draai; kronkel; twist; verdraaiing
rotation draai; omdraaiing; wending draaien; draaiing; ommekeer; omwenteling; revolutie; rotatie; totale verandering; wenteling
slip knot draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming
spiral draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming spiraal; spiraalvorm
tag draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming code; etiket; krijgertje; label; notitiemarkering; ophanglus; plakker; plakkertje; sticker; tag; tikkertje
torsion draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming torsie; wringing
turn bocht; draai; kromming; kromte; omdraaiing; wending beurt; haspel; keer; keerpunt; kentering; klos; ommekeer; ommezwaai; omwenteling; richtingsverandering; rondje; spelletje; spoel; verandering; wending; werktuig om garen te winden; winder; winding; zwenking
twist draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming dispuut; meningsverschil; onenigheid; woordenwisseling
twisting draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming; twist; verdraaiing buiging; draaiing; verrekking
VerbRelated TranslationsOther Translations
bend buigen; doen buigen; doorbuigen; doorzakken; krom buigen; krombuigen; kromtrekken; ombuigen; verbuigen
coil in kringetjes ronddraaien; kringelen
curve buigen; eer betuigen; krom buigen; krommen; welven
loop herhalen
tag aanroeren; aanstippen; een melding geven; etiketteren; even aanraken; taggen
turn afslaan; draaien; iets omdraaien; kantelen; kenteren; keren; ombladeren; omdraaien; omkeren; omslaan; omtrekken; omwenden; rollen; ronddraaien; rondtollen; roteren; tollen; verbitteren; vergrammen; wenden; wentelen; zwenken
twist bakkeleien; bekvechten; draaien; hakketakken; iets omdraaien; kantelen; omkeren; rollen; ronddraaien; roteren; ruzieën; twisten; verwringen; wentelen; zich wringen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
joint aaneengesloten; algemeen; een eenheid vormend; gemeenschappelijk; meer personen betreffend; samenhangend; verbonden; verenigd
spiral schroefvormig; spiraalvormig
twisting bochtig; kronkelend; kronkelig; slingerend

Related Words for "draai":


Wiktionary Translations for draai:

draai
noun
  1. omwenteling
draai
noun
  1. change of direction or orientation

draaien:

draaien verb (draai, draait, draaide, draaiden, gedraaid)

  1. draaien (wenden; zwenken)
    to swing; to turn; to veer
    • swing verb (swings, swung, swinging)
    • turn verb (turns, turned, turning)
    • veer verb (veers, veered, veering)
  2. draaien (wentelen; roteren; rollen; ronddraaien; kantelen)
    to roll; to rotate; to revolve; to whirl; to swing around; to twist; to turn
    • roll verb (rolls, rolled, rolling)
    • rotate verb (rotates, rotated, rotating)
    • revolve verb (revolves, revolved, revolving)
    • whirl verb (whirls, whirled, whirling)
    • swing around verb (swings around, swung around, swinging around)
    • twist verb (twists, twisted, twisting)
    • turn verb (turns, turned, turning)
  3. draaien (wenden; keren)
    to turn
    • turn verb (turns, turned, turning)
  4. draaien (rondtollen; tollen)
    to spin; spin round; to twirl; to swirl; to whirl; to turn
    • spin verb (spins, spinned, spinning)
    • spin round verb
    • twirl verb (twirls, twirled, twirling)
    • swirl verb (swirls, swirled, swirling)
    • whirl verb (whirls, whirled, whirling)
    • turn verb (turns, turned, turning)
  5. draaien (kolken; ronddraaien)
    to swirl; to whirl
    • swirl verb (swirls, swirled, swirling)
    • whirl verb (whirls, whirled, whirling)
  6. draaien (omdraaien; keren; wenden)
    to turn around; to turn
    • turn around verb (turns around, turned around, turning around)
    • turn verb (turns, turned, turning)
  7. draaien
    to rotate
    – To move bits in a register to the left or to the right. The bit that moves out of the end position rotates to the newly vacated position at the opposite end of the register. 2
    • rotate verb (rotates, rotated, rotating)
  8. draaien
    the rotation
    – A multi-touch gesture that consists of two fingers moving around a center point or one finger moving around a finger that is not moving. 2

Conjugations for draaien:

o.t.t.
  1. draai
  2. draait
  3. draait
  4. draaien
  5. draaien
  6. draaien
o.v.t.
  1. draaide
  2. draaide
  3. draaide
  4. draaiden
  5. draaiden
  6. draaiden
v.t.t.
  1. heb gedraaid
  2. hebt gedraaid
  3. heeft gedraaid
  4. hebben gedraaid
  5. hebben gedraaid
  6. hebben gedraaid
v.v.t.
  1. had gedraaid
  2. had gedraaid
  3. had gedraaid
  4. hadden gedraaid
  5. hadden gedraaid
  6. hadden gedraaid
o.t.t.t.
  1. zal draaien
  2. zult draaien
  3. zal draaien
  4. zullen draaien
  5. zullen draaien
  6. zullen draaien
o.v.t.t.
  1. zou draaien
  2. zou draaien
  3. zou draaien
  4. zouden draaien
  5. zouden draaien
  6. zouden draaien
en verder
  1. ben gedraaid
  2. bent gedraaid
  3. is gedraaid
  4. zijn gedraaid
  5. zijn gedraaid
  6. zijn gedraaid
diversen
  1. draai!
  2. draait!
  3. gedraaid
  4. draaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

draaien [het ~] noun

  1. het draaien (zwenken)
    the turning; the swinging rounds; the turnarounds; the turnabouts

Translation Matrix for draaien:

NounRelated TranslationsOther Translations
roll broodje; haspel; kadetje; kleine punt; klos; puntje; spoel; tonneau; werktuig om garen te winden; winder; winding
rotation draaien draai; draaiing; omdraaiing; ommekeer; omwenteling; revolutie; rotatie; totale verandering; wending; wenteling
spin tolvlucht; turbulentie; vrille; werveling
swing schommel; slingerende beweging; slingering; zwaai
swinging rounds draaien; zwenken
turn beurt; bocht; draai; haspel; keer; keerpunt; kentering; klos; kromming; kromte; omdraaiing; ommekeer; ommezwaai; omwenteling; richtingsverandering; rondje; spelletje; spoel; verandering; wending; werktuig om garen te winden; winder; winding; zwenking
turnabouts draaien; zwenken zwenkingen
turnarounds draaien; zwenken
turning draaien; zwenken zwenkingen
twist dispuut; draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming; meningsverschil; onenigheid; woordenwisseling
VerbRelated TranslationsOther Translations
revolve draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen rondwentelen
roll draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen deinen; golven; heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; verrollen; wiebelen; wiegen
rotate draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen
spin draaien; rondtollen; tollen spinnen
spin round draaien; rondtollen; tollen
swing draaien; wenden; zwenken bengelen; heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen; zwaaien; zwenken
swing around draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen iets omdraaien; omkeren
swirl draaien; kolken; ronddraaien; rondtollen; tollen dwarrelen; naar beneden zweven
turn draaien; kantelen; keren; omdraaien; rollen; ronddraaien; rondtollen; roteren; tollen; wenden; wentelen; zwenken afslaan; iets omdraaien; kenteren; ombladeren; omkeren; omslaan; omtrekken; omwenden; verbitteren; vergrammen
turn around draaien; keren; omdraaien; wenden keren; omkeren; teruggaan; zich omdraaien
twirl draaien; rondtollen; tollen kroelen; kroezen
twist draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen bakkeleien; bekvechten; hakketakken; iets omdraaien; omkeren; ruzieën; twisten; verwringen; zich wringen
veer draaien; wenden; zwenken
whirl draaien; kantelen; kolken; rollen; ronddraaien; rondtollen; roteren; tollen; wentelen kolken; wervelen; wiegelen; wielen; zwieren
ModifierRelated TranslationsOther Translations
turning draaiende

Related Words for "draaien":


Synonyms for "draaien":


Related Definitions for "draaien":

  1. rondjes maken3
    • de aarde draait om de zon3
  2. het in een andere richting keren3
    • hij draaide zijn hoofd naar het raam3

Wiktionary Translations for draaien:

draaien
verb
  1. to shape with a lathe
  2. to change direction
  3. to rotate or turn something about its axis
  4. to pivot
  5. to turn around quickly
  6. move around an axis through itself
  7. change the direction or orientation of (something)
  8. -
  9. to twist or contort the body
noun
  1. circular motion

Cross Translation:
FromToVia
draaien return; turn over; turn around; turn round; inside out; turn; revolve; whirl; relay; resend; send back; blend; mingle; mix; shuffle; invert; reverse retourneraller de nouveau en un lieu.

Related Translations for draai