Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. even aanraken:


Dutch

Detailed Translations for even aanraken from Dutch to English

even aanraken:

even aanraken verb (raak even aan, raakt even aan, raakte even aan, raakten even aan, even aangeraakt)

  1. even aanraken (aanstippen; aanroeren)
    to tag; to touch; to touch upon; to glance; to stir; to tap; to tick; to just touch
    • tag verb (tags, tagged, tagging)
    • touch verb (touches, touched, touching)
    • touch upon verb (touches upon, touched upon, touching upon)
    • glance verb (glances, glanced, glancing)
    • stir verb (stirs, stirred, stirring)
    • tap verb (taps, tapped, tapping)
    • tick verb (ticks, ticked, ticking)
    • just touch verb (just touches, just touched, just touching)

Conjugations for even aanraken:

o.t.t.
  1. raak even aan
  2. raakt even aan
  3. raakt even aan
  4. raken even aan
  5. raken even aan
  6. raken even aan
o.v.t.
  1. raakte even aan
  2. raakte even aan
  3. raakte even aan
  4. raakten even aan
  5. raakten even aan
  6. raakten even aan
v.t.t.
  1. heb even aangeraakt
  2. hebt even aangeraakt
  3. heeft even aangeraakt
  4. hebben even aangeraakt
  5. hebben even aangeraakt
  6. hebben even aangeraakt
v.v.t.
  1. had even aangeraakt
  2. had even aangeraakt
  3. had even aangeraakt
  4. hadden even aangeraakt
  5. hadden even aangeraakt
  6. hadden even aangeraakt
o.t.t.t.
  1. zal even aanraken
  2. zult even aanraken
  3. zal even aanraken
  4. zullen even aanraken
  5. zullen even aanraken
  6. zullen even aanraken
o.v.t.t.
  1. zou even aanraken
  2. zou even aanraken
  3. zou even aanraken
  4. zouden even aanraken
  5. zouden even aanraken
  6. zouden even aanraken
en verder
  1. ben even aangeraakt
  2. bent even aangeraakt
  3. is even aangeraakt
  4. zijn even aangeraakt
  5. zijn even aangeraakt
  6. zijn even aangeraakt
diversen
  1. raak even aan!
  2. raakt even aan!
  3. even aangeraakt
  4. even aanrakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for even aanraken:

NounRelated TranslationsOther Translations
glance blik; blikken; lonk; oogopslag; oogopslagen
stir geharrewar
tag code; draai; etiket; kink; knoop; krijgertje; kronkel; label; lus; lusvormige kromming; notitiemarkering; ophanglus; plakker; plakkertje; sticker; tag; tikkertje
tap betikken; kleine tik; klopje; kraan; tikje; waterkraan
tick getik; het tikken van de klok; klokgetik; teek
touch aanraking; contact; flinter; floers; gevoel; kleine tik; klopje; schijntje; sentiment; snufje; tikje; toetsaanslag; vleugje; voeling; waas; zweem
VerbRelated TranslationsOther Translations
glance aanroeren; aanstippen; even aanraken blikken; blikken werpen; gluren; loeren
just touch aanroeren; aanstippen; even aanraken
stir aanroeren; aanstippen; even aanraken aanstoken; agiteren; beroeren; in beroering brengen; mixen; omroeren; oppoken; opschudden; opstoken; roeren; rondroeren; toucheren; verroeren; zich bewegen
tag aanroeren; aanstippen; even aanraken een melding geven; etiketteren; taggen
tap aanroeren; aanstippen; even aanraken aankloppen; aantikken; aftappen; biertappen; kloppen; tappen; tikken; tikken op
tick aanroeren; aanstippen; even aanraken aankruisen; aanstippen; aantippen; merken; tippen
touch aanroeren; aanstippen; even aanraken aangaan; aangrijpen; aanraken; belang inboezemen; beroeren; betasten; betreffen; bevoelen; ontroeren; raken; roeren; slaan op; toucheren; treffen; voelen; zitten aan; zorg inboezemen
touch upon aanroeren; aanstippen; even aanraken

Related Translations for even aanraken