Dutch

Detailed Translations for fermheid from Dutch to English

fermheid:

fermheid [de ~ (v)] noun

  1. de fermheid (kordaatheid)
    the firmness; the resolution
  2. de fermheid (forsheid; stevigheid; flinkheid)
    the strength; the sturdiness; the robustness; the vigour; the courage; the vigor
  3. de fermheid (stoerheid)
    the doggedness; the toughness

Translation Matrix for fermheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
courage fermheid; flinkheid; forsheid; stevigheid dapperheid; koenheid; kracht; kranigheid; moed; onversaagdheid; sterkte
doggedness fermheid; stoerheid
firmness fermheid; kordaatheid beslistheid; betrouwbaarheid; degelijkheid; deugdelijkheid; gewisheid; hechtheid; soliditeit; stabiliteit; standvastigheid; stelligheid; stevigheid; vastberadenheid; vastheid; vastigheid; zekerheid
resolution fermheid; kordaatheid antwoord; beslistheid; gedecideerdheid; oplossing; pertinentie; resolutie; standvastigheid; stelligheid; uitkomst; vastberadenheid; vastbeslotenheid
robustness fermheid; flinkheid; forsheid; stevigheid
strength fermheid; flinkheid; forsheid; stevigheid aandrift; daadkracht; dynamiek; energie; esprit; felheid; fiksheid; fut; geweld; kracht; macht; momentum; puf; spierkracht; sterke kant; sterke zijde; sterkte; vastberadenheid; vermogen; werklust
sturdiness fermheid; flinkheid; forsheid; stevigheid dapperheid; gedrongenheid; koenheid; moed; onversaagdheid
toughness fermheid; stoerheid gehardheid; gestaaldheid
vigor fermheid; flinkheid; forsheid; stevigheid dapperheid; dynamiek; energie; felheid; fiksheid; koenheid; kracht; krachtdadigheid; kranigheid; moed; onversaagdheid; sterkte; voortvarendheid
vigour fermheid; flinkheid; forsheid; stevigheid dapperheid; dynamiek; energie; felheid; fiksheid; koenheid; kracht; krachtdadigheid; kranigheid; moed; onversaagdheid; sterkte; voortvarendheid

Related Words for "fermheid":


ferm:


Translation Matrix for ferm:

NounRelated TranslationsOther Translations
bold branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij
firm bedrijf; coöperatie; firma; handelsbedrijf; handelsfirma; handelshuis; maatschap; maatschappij; onderneming; vennootschap; zaak
tough woesteling
VerbRelated TranslationsOther Translations
staunch stelpen; stillen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
bold beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig brutaal; dapper; heldhaftig; heroïsch; hondsbrutaal; kloek; koen; kranig; manhaftig; manmoedig; moedig; niet beschroomd; onbeducht; onbeschroomd; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel; vet; vrijmoedig; vrijpostig
brisk beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig alert; blij; blijmoedig; dartel; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; oplettend; rap; snel; tierig; uitgeslapen; vlot; vlug; vrolijk; wakker
courageous beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; manhaftig; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
decisive ferm; kordaat; standvastig beslissend; beslist; besluitvaardig; daadkrachtig; doorslaggevend; dynamisch; energiek; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden
drastic doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk radicaal; radikaal; volkomen
energetic doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk actief; beweeglijk; daadkrachtig; dynamisch; energiek; geanimeerd; krachtig; levendig; vief; vol energie; vol fut; voortvarend
forceful doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk flink; stoer
muscular ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd gespierd
potent doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk krachtig; met een krachtige uitwerking
resolute beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig; standvastig beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden; vastbesloten
robust doortastend; drastisch; ferm; flink; fysiek sterk; krachtdadig; krachtig; sterk; stevig behoorlijk; danig; duchtig; fors; massief; niet hol; stevig
solid ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd aannemelijk; betrouwbaar; degelijk; degelijke; deugdelijk; gedegen; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend; stevig; van goede hoedanigheid
staunch ferm; fiks; flink; stevig hecht
stout doortastend; drastisch; ferm; fiks; flink; krachtdadig; krachtig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd corpulent; degelijk; dik; flink; fors; gezet; lijvig; potig; solide; stevig; vetlijvig; zwaarlijvig
strapping ferm; flink; fysiek sterk; krachtig; sterk; stevig
strong doortastend; drastisch; ferm; fiks; flink; fysiek sterk; krachtdadig; krachtig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd alcoholisch; erg; fel; geestrijk; heftig; hevig; krachtig; rijk aan alcohol
sturdy ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd flink; fors; forse; massief; niet hol; potig; stevig
tough doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk bezwaarlijk; bokkig; dwars; flink; koppig; lastig; met bezwaren; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; pezig; stijfhoofdig; stijfjes; stoer; weerbarstig; weerspannig; zenig; zwaar
unshakable ferm; kordaat; standvastig
vigorous doortastend; drastisch; ferm; flink; fysiek sterk; krachtdadig; krachtig; sterk; stevig energiek; fier; flink; geanimeerd; glorieus; groots; levendig; levenskrachtig; prat; trots; vief; vitaal; vol fut
AdverbRelated TranslationsOther Translations
energetically doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk
ModifierRelated TranslationsOther Translations
firm beslist; doortastend; ferm; fiks; flink; kordaat; krachtdadig; krachtig; standvastig; stevig degelijk; hecht; solide; stevig; vastbesloten
morally strong dapper; ferm; flink; moedig; moreel sterk
powerful doortastend; drastisch; ferm; flink; fysiek sterk; krachtdadig; krachtig; sterk; stevig fantastisch; formidabel; geweldig; prachtig; veelvermogend
standing-on ferm; fiks; flink; stevig
stiff ferm; fiks; flink; stevig gemelijk; harkerig; hartig; houterig; knorrig; krukkig; lastig; moeilijk; niet makkelijk; nurks; onbeholpen; ongemakkelijk; onhandig; pittig; pittig gesprek; schutterig; slungelig; star; stevig; stijf; stijfjes; stijve; straf; strak; stram; stroef; stumperig; stuntelig; stuurs; sukkelig; verstard; wrevelig; zwaar
well built ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd

Related Words for "ferm":

  • fermheid, fermer, fermere, fermst, fermste, ferme

Wiktionary Translations for ferm:

ferm
adjective
  1. krachtig, kracht tonend

Cross Translation:
FromToVia
ferm energic energisch — Energie, Kraft zeigend, kraftvoll
ferm enormous kräftigdoll, gewaltig, mächtig, sehr, viel
ferm doughty tüchtig — zu etwas geeignet, in der Lage
ferm robust; sturdy; burly; resistant; rugged; solid; strong; tough; firm; able-bodied robuste — Qui est fort, vigoureux, résistant.