Dutch

Detailed Translations for gladheid from Dutch to English

gladheid:

gladheid [de ~ (v)] noun

  1. de gladheid (glibberigheid)
    the slitheriness
  2. de gladheid (sluwheid; doortraptheid; gewiekstheid; listigheid; snoodheid)
    the cunning; the slyness; the shrewdness
  3. de gladheid (doortraptheid; geraffineerdheid; sluwheid; )
    the cunning; the slyness; the shrewdness; the craftiness

Translation Matrix for gladheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
craftiness doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; sluwheid arglist; arglistigheid; geslepenheid; leepheid; linkheid; listigheid; sluwheid
cunning doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; listigheid; sluwheid; snoodheid arglist; arglistigheid; doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gewiekstheid; leepheid; linkheid; listigheid; raffinement; sluwheid
shrewdness doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; listigheid; sluwheid; snoodheid scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid
slitheriness gladheid; glibberigheid
slyness doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; listigheid; sluwheid; snoodheid arglist; arglistigheid; doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; leepheid; linkheid; listigheid; raffinement; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; sluwheid; spitsheid; spitsvondigheid
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
cunning achterbaks; arglistig; berekenend; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; obsceen; schuin; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vies; vunzig; zedeloos

Related Words for "gladheid":


Wiktionary Translations for gladheid:

gladheid
noun
  1. property of being slippery
  2. something which is smooth or easy
  3. condition of being smooth

glad:


Translation Matrix for glad:

NounRelated TranslationsOther Translations
flat afvlakken; appartement; etagewoning; flat; klapband; wad
level afgraven; afgraving; dimensieniveau; echelon; etage; gehalte; geleding; graad; gradatie; laag; mate; niveau; peil; plan; stand; verdieping; vlak; vlak maken; waterpas; woonlaag
uniform tenue; uniform
VerbRelated TranslationsOther Translations
close afsluiten; dichtdoen; dichten; dichtgaan; dichtmaken; dichtstoppen; dichtvallen; sluiten; stoppen; toedoen; toedraaien; toemaken; toetrekken; toevallen; zich sluiten
even effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken
level afplatten; effenen; gelijk trekken; gelijkmaken; nivelleren; platmaken; vereffenen; verrekenen; vlak maken
smooth afplatten; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; nivelleren; platmaken; politoeren; raspen; schaven; schuren; vlak maken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
coarse effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schofterig; schunnig; triviaal; vunzig
crude effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit blank; cru; grof; laagstaand; ongelakt; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; ordinair; plat; platvloers; primitief; rechttoe rechtaan; vulgair
greasy glad; glibberig smeerachtig; vet; vetachtig; vethoudend; vetrijk; vettig
level effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit waterpas
slippery glad; glibberig achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; obsceen; schuin; slinks; slipgevaarlijk; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vies; vunzig; zedeloos
slithery glad; glibberig obsceen; schuin; vies; vunzig; zedeloos
smooth effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit obsceen; rimpelloos; schuin; smeuïg; stromend; vies; vliedend; vloeiend; vlot; vunzig; zedeloos
uniform effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit eenvormig; gelijkslachtig; gelijkvormig; homogeen; uniform
unwavering effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit
vulgar effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; losbandig; ordinair; plat; platvloers; schunnig; triviaal; tuchteloos; vulgair; vunzig
- vlak
AdverbRelated TranslationsOther Translations
bluntly effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit botweg; gewoonweg; gladaf; gladweg; platweg; ronduit
close dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
close by dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
flatly effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit platweg
ModifierRelated TranslationsOther Translations
close effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit bedompt; benauwd; drukkend; eindig; gehecht; muf; rakelings; ternauwernood; vergankelijk; verknocht; voorbijgaand
close by effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit nabije
even effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit daarnet; even; juist; net; pas; quitte; van getal; zelfs; zojuist; zonet
flat effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit flauwtjes; mol; muf; onfris; oubakken; oud; oudbakken; plat; toonloos; verschaald; zonder toon; zouteloos
point blank effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit

Related Words for "glad":


Synonyms for "glad":


Antonyms for "glad":


Related Definitions for "glad":

  1. met een oppervlak zonder bobbels1
    • het ijs is erg glad, ik gleed bijna uit1
  2. handig en slim1
    • dat is een gladde jongen1
  3. helemaal1
    • ik ben het glad vergeten1

Wiktionary Translations for glad:

glad
adjective
  1. egaal, met geringe ruwheid, slipperig
glad
adjective
  1. of a surface
  2. lacking friction, not rough
  3. bland; glib
  4. suave; sophisticated
  5. action: natural; unconstrained
  6. placid, calm
  7. edge: lacking projections or indentations; not serrated
  8. food or drink: not grainy; having an even texture
  9. mathematics, of a function: Having derivatives of all finite orders at all points within the function’s domain
verb
  1. make smooth
  2. become smooth

Cross Translation:
FromToVia
glad slick; slippery aalglatt — von der oberflächlichen Beschaffenheit her wie eine Aalhaut; schleimig-glatt, schlüpfrig
glad slippery glissant — Sur quoi l’on glisse facilement.
glad smooth lisse — Sans aspérité ni rayure.