Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. handelaar in gestolen goederen:


Dutch

Detailed Translations for handelaar in gestolen goederen from Dutch to English

handelaar in gestolen goederen:

handelaar in gestolen goederen [znw.] noun

  1. handelaar in gestolen goederen (heler)
    the receiver of stolen goods; the fence; the receiver

Translation Matrix for handelaar in gestolen goederen:

NounRelated TranslationsOther Translations
fence handelaar in gestolen goederen; heler afrastering; afscheiding; afschutting; hek; hekwerk; omheining; omrastering; rasterwerk; schutting
receiver handelaar in gestolen goederen; heler bewindvoerder; hij die ontvangt; iemand aan wie iets gegeven wordt; ontvanger; recipiënt; telefoon; telefoontoestel
receiver of stolen goods handelaar in gestolen goederen; heler
VerbRelated TranslationsOther Translations
fence afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; omlijnen; schermen

Related Translations for handelaar in gestolen goederen