Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. handijzers:


Dutch

Detailed Translations for handijzers from Dutch to English

handijzers:

handijzers [znw.] noun

  1. handijzers (handboeien; boeien)
    the handcuffs; the irons; the manacles; the fetter
  2. handijzers (handboeien)
    the handcuffs

Translation Matrix for handijzers:

NounRelated TranslationsOther Translations
fetter boeien; handboeien; handijzers aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; boei; keten; ketting; kluister
handcuffs boeien; handboeien; handijzers handboei; handboeien; ketenen; kluisters; knevels
irons boeien; handboeien; handijzers ketenen; kluisters; knevels
manacles boeien; handboeien; handijzers handboei; ketenen; kluisters; knevels
VerbRelated TranslationsOther Translations
fetter handboeien omdoen; in de boeien slaan; ketenen; vastketenen; vastkluisteren; vastleggen