Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. kloppen met een hamer:


Dutch

Detailed Translations for kloppen met een hamer from Dutch to English

kloppen met een hamer:

kloppen met een hamer verb

  1. kloppen met een hamer (hameren)
    to hammer; to ground; to bang; to drum; to spike
    • hammer verb (hammers, hammered, hammering)
    • ground verb (grounds, grounded, grounding)
    • bang verb (bangs, banged, banging)
    • drum verb (drums, drummed, drumming)
    • spike verb (spikes, spiked, spiking)

Translation Matrix for kloppen met een hamer:

NounRelated TranslationsOther Translations
bang bam; dreun; explosie; haardracht; harde slag; klap; knal; kwak; ontlading; ontploffing; plof; plotselinge uitbarsting; pony; smak
drum bak; barrel; emmer; fust; jerrycan; kuip; pot; teil; ton; trom; trommel; vat
ground aarde; aardkorst; afweging; bodem; bodemoppervlak; bouwterrein; gebied; gemalen; grond; kavel; overdenking; overweging; perceel; terrein; vermalen; vloer
hammer hamer; hamerwerpen; kogelslingeren; slaghamer
spike hoogste punt; piek; top
VerbRelated TranslationsOther Translations
bang hameren; kloppen met een hamer bonken; een klap geven; hameren; hard slaan; hengsten; knallen; meppen; rammen; slaan; timmeren
drum hameren; kloppen met een hamer de trom roeren; roffelen; trommelen
ground hameren; kloppen met een hamer aarden; funderen; gronden; instellen; invoeren; koloniseren; onderbouwen; onderheien; oprichten; settelen; stichten; vestigen
hammer hameren; kloppen met een hamer bonken; een klap geven; hameren; hard slaan; hengsten; klinken; meppen; rammen; slaan; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren
spike hameren; kloppen met een hamer aan de spies rijgen; klinken; spietsen; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren
AdverbRelated TranslationsOther Translations
bang boem

Related Translations for kloppen met een hamer